het gras aan de overkant is groener - Reisverslag uit Vientiane, Laos van Kit - WaarBenJij.nu het gras aan de overkant is groener - Reisverslag uit Vientiane, Laos van Kit - WaarBenJij.nu

het gras aan de overkant is groener

Door: Kit Weissman

Blijf op de hoogte en volg Kit

20 Januari 2006 | Laos, Vientiane

Op 16 januari loop ik Mijo tegen het lijf in een nogal afgelegen maar bekend cafe in Pai. We zien elkaar doordat we allebei onze ogen gericht hebben op de pooltafel waar een vriend van Mijo op dat moment speelt. Hij maakt een fout, zij roept uit. Ik kijk haar kant op en knipper een paar keer met mijn ogen. Zij merkt dat iemand haar aanstaart en kijkt terug. Een ogenblik van herkenning en verbijstering. We rennen door de menigte om elkaar te ontmoeten.

Mijo en ik kennen elkaar van mijn eerste dag in Bangkok. Avond eigenlijk. Bij toeval was ik in haar Guesthouse een kijkje gaan nemen en daar leerden we elkaar kennen. Een avond uit eten met acht Koreanen en dansen met de drie meiden uit de groep na afloop, was het gevolg. Daarna hebben we een paar keer geprobeerd elkaar te ontmoeten, maar nu, drie maanden later, hadden we het al opgegeven.

De volgende dag vraagt Mijo of ik zin heb met haar en haar vrienden Jeong Ah en Jang Won mee naar Laos te gaan. Een paar dagen van voorbereiding volgen.

20 januari 2006

Het is acht uur 's ochtends en de luidsprekers in het busstation beginnen te schallen. Ik zit in de wachtruimte en kijk naar een hond die net is aan komen lopen. Hij blijft op de stoep stilstaan en luistert naar de muziek die uit de luidsprekers komt. Zodra het geluid van een bel klinkt begint hij mee te huilen. Nog enkele aankondigingen met muziek op de achtergrond. Ik vraag me af of dit voor de hond vaste prik is; het ochtend huilconcert. Hij lijkt ervan te genieten. Langzaam dringt het tot me door dat er iets in mijn omgeving niet klopt en ik kijk om me heen. Iedereen staat, stil, stokstijf. Ohhhhh shit, ze spelen natuurlijk het Thaise volkslied!! Ik leg snel mijn mandarijn neer en spring ook in de houding. Nog net op tijd denk ik, want ik krijg geen boze blikken van de mensen om me heen. Het ritueel duurt niet lang, een minuut of twee misschien. Dit is standaard voor publieke plaatsen. Twee keer per dag: om acht uur 's ochtends en zes uur 's avonds. En in de bioskoop voordat elke film begint.

Tien minuten later arriveren Mijo, Jang Won en Jeong Ah. De bus, luxe bus mogen we wel stellen, staat al klaar. In de bus krijgen we drinken, een pak met koekjes en opfrisdoekjes uitgedeeld. We zijn in het totaal iets meer dan zes uur onderweg in de bus. De rit is geweldig; dit is het mooitste deel van Thailand dat ik tot nu toe heb gezien en terwijl het landschap langs me heen zoeft droom ik over mijn volgende reis die ik op de fiets wil gaan doen. Het is normaal hoor, voor reizigers om al met een volgende reis bezig te zijn. Daarbij zit het bij mij in de familie. Op vakantie maken we plannen voor de volgende vakantie.

Rond kwart voor drie komen we in Chiang Khong aan. We sterven van de honger en gaan eerst op zoek naar een restaurant. We weten nu nog niet dat dat een relatief dure aangelegenheid zal worden. Na het eten nemen we een motorriksha naar de "ferry". De ferry is eigenlijk een longtailboot die je voor een gering bedrag naar de overkant van de rivier en daarmee naar een ander land brengt. Het is maar een korte tocht, maar niettemin een memorabele grensovergang. We nemen voor de oversteek nog een groepsfoto. Ik hoop dat Mijo die me binnenkort zal toesturen.
Bij de grenspost komen we om kwart over vier aan. Net een kwartier "te laat" want nu moeten we bijbetalen. Weet niet wat dat voor ongein is, wat maakt het uit of je vroeg of laat op de dag komt??? De man vraagt me om 1550 Bath, maar ik begrijp hem niet en geef hem de 1500 die op het bord aangegeven staat. Hij neemt het zonder morren aan en geeft me na een kwartier mijn paspoort terug met daarin hetn visum voor Laos. De anderen moeten wel bijbetalen.
Nu moeten we op zoek naar een kamer. Ondertussen zijn we van vier naar vijf personen gegroeid. Een Koreaans meisje dat de anderen kennen van het guesthouse in Chiang Mai heeft zich bij ons gevoegd. Dat is niet zo heel handig voor het zoeken van kamers en uiteindelijk blijft Mijo alleen over en neemt een kamer in een ander guesthouse omdat het onze nu vol zit. Ik deel mijn kamer met Jang Won in Sabaydee Guesthouse en de kamers zijn er erg goed. Ik zou het bijna luxe noemen. We blijven beneden wachten op Mijo, maar die komt niet terug. We zijn haar kwijt. Ik ga lezen op de kamer terwijl Jang Won gaat proberen te internetten. Proberen, want in het hele plaats is er kennlijk maar een internetcafe met een computer. Er staat een wachtrij van twee man voor die ene plek, dus ik waag me er niet aan. Om een uur of acht krijg ik honger en zoek Jang Won op. Ik haal hem over wat met me te gaan eten. We hebben wat moeite een plek te vinden. Eerst proberen we het bij een restaurant dat zo goed als vol zit. We vragen een meisje daar of we bij haar aan tafel mogen komen zitten. Ze zegt dat als we tien minuten wachten we de tafel voor onzelf kunnen krijgen, wat een indirekte vorm van "nee" is. Dat is wat vreemd onder de backpackers, meestal vinden die het geen probleem om hun tafel met anderen te delen. We gaan dus maar naar het volgende restaurant waar we wel bij een paar mensen mogen aanschuiven. We bevinden ons in het gezelschap van twee Laos, een Fransman en een Hollandse. Ze spreken onderling Laos en even ben ik jaloers. Wat zou het gaaf zijn om met zoveel gemak met de lokale bevolking te kunnen praten! Het eten is erg goed en Jang Won is aangenaam gezelschap. Terug thuis nog even douchen en al snel val ik in een zeer diepe slaap.

21 januari 2006

Ik ben wakker voordat het alarm van mijn telefoon aanspringt. Lekker nog even blijven liggen en genieten van het uitzicht. We hebben hier geen gordijnen voor de ramen en dat is fijn, want zo kijk ik uit op de palmbomen die zachtjes in met de wind mee bewegen. Het voelt alsof ik op vakantie ben. Jang Won is er al uit; gaat op verkenningstocht door Xia Huay. Ik neem een douche, kleed me aan en pak mijn spullen in. Klaar voor vertrek. Maar eerst nog even ontbijten. We kiezen de tent die gisteravond vol zat. Nu is er plaats, maar het is er wel druk. Hier worden namelijk voordelige tickets verkocht voor de boten en iedereen die hier tickets heeft besteld komt hier ook ontbijten. De keuken is er vreemd genoeg niet op berekend. We moeten ruim een uur wachten voor ons ontbijt komt en moeten dan schrokken om het weg te krijgen, want ons busje naar de boot staat te wachten.

Vandaag scheiden onze wegen even. Mijo, Jeong Ah en Jang Won nemen de speedboot naar Luang Prabang en ik neem de zogenaamde "slow boat" die twee dagen over de reis zal doen i.p.v. de zes uur van de speedboot. Ik heb wat minder haast dan de anderen en we spreken af elkaar morgenavond in Luang Prabang te ontmoeten.

Met nog zes anderen wordt ik naar de boot gebracht. "Onze" boot blijkt al vol te zitten en we krijgen nu de boot die ernaast ligt. Dat is geluk hebben, want terwijl de andere boot overvol zit, hebben wij ruim plek. Twee zittingen de man. Ik ben blij dat ik mijn deken bij me heb, want het is ijskoud op het water en ik heb jammer genoeg de schaduwkant van de boot uitgekozen. 's Middags, wanneer het iets opwarmt gebruik ik de deken om op te zitten, want door de harde bankjes heb ik een "houten" kont gekregen. Ja ja, het zijn de kleine dingen die het 'em doen.

Overdag leg ik weinig contacten. Ik maak kennis met Michael, uit Californie, maar voor de rest spreek ik eigenlijk niemand. Ik geniet van het geweldige uitzicht en van de muziek van mijn walkman. Het komt echter heel slecht uit dat ik op mezelf ben gebleven, want aan het eind van de dag wanneer we bij onze overnachtingsplek aankomen heb ik geen kamergenoot. Ik kijk om me heen en zie een jongen van wie ik weet dat hij alleen reist. Hij staat klaar om van boord te gaan en dus heb ik geen tijd voor beleefdheden. Ik vraag hem rechtstreeks of hij een kamer met me wil delen. Van schrik zegt hij ja en ik zie hem daarna even peinzen. Dan vraagt hij of mijn vraag betekend dat hij er betrouwbaar uitziet en ik zeg: Ja. En ik, vraag ik. Ja, lacht hij. De jongen weet al waar hij zometeen een kamer wil zoeken en dat komt mooi uit, want ik heb nog niet in het boek gekeken. Hij heeft niet veel bagage en wacht tot ik mijn rugzak uit het laadruim heb gevist. David, heet mijn toekomstige kamergenoot, is 32 en komt uit Engeland. Hij kan lekker kletsen, dus dat is wel gezellig. Terwijl we de heuvel naar het beoogde guesthouse beklimmen worden we aangeklampt door een jongen die wiet en opium aan ons wil verkopen. Eerst helpt hij ons aan een kamer met uitzicht. Het is nu donker buiten, dus dat uitzicht is aan ons verloren, maar leuk om te weten dat ons morgenochtend een mooi uitzicht wacht. Hij verkoopt daarna zowel wiet als opium aan David. Hij heeft het nog niet betaald of het terras staat opeens vol met Fransen die wel mee willen doen. Het wordt een heel spektakel. Vijf Fransen die nerveus om de drugs heen dansen en maar liefst vier drugsverkopers die bekvechten om het geld wat een van hen voor de drugs heeft gekregen. Even lijkt het erop dat iedereen twee of drieduizend Kip (zo heet de geldeenheid van Laos) aan de deal overhoudt, maar ze klagen dermate dat de jongen uiteindelijk al het geld terugneemt en slechts duizend aan een van hen geeft. En nu opeens wordt er niet meer geklaagd. Ik vraag me af hoe dat nu in zijn werk is gegaan???

De Fransen, met name de vader en zoon, weten wel raad met de drugs. Ikzelf heb zelfs nog nooit een sigaret gerookt en kijk met interesse toe. De opium wordt gekneed, verbrand, zachtgemaakt met water op een theelepel, met wiet en tabak vermengt en vind uiteindelijk zijn weg naar de chillum, een pijp die in India gebruikt wordt om wiet mee te roken. De pijp gaat rond en ik bedank voor de eer. Ik heb vaak genoeg meegemaakt dat "volwassen" mensen me aanspoorden om ook mee te doen, iets dat ik een vreemd fenomeen vind. Maar vanavond gebeurd dat niet. Ook al vinden ze het even wennen dat juist een Nederlandse geen wiet rookt. Wat ikzelf vreemd vind is dat niemand van het spul lijkt te genieten. David vindt het zelfs vies, vertelt dat de tabak het probleem is. Hij rookt doorgaans geen tabak en zeker niet zonder filter. Hij hoest bijna zijn longen eruit. Nou ja, liever hij dat ik zeg ik en hij is het met me eens. Liever hij dan ik herhaalt hij.
We gaan wat eten in een restaurant vlakbij, maar erg gezellig is het er niet. Terug bij het guesthouse zitten de Fransen klaar voor een tweede ronde. Ik haak af en schrijf in mijn dagboek tot om tien uur de generator stopt en de lichten uitgaan. Ik luister naar muziek tot het feest buiten is afgelopen. Weer een interessante dag komt tot een einde.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Laos, Vientiane

Drie jaar en zes dagen snuffelen

Recente Reisverslagen:

24 April 2007

de tien dagen grens ...

27 Maart 2007

eigenweissman³

26 Februari 2007

toen het leven nog niet zwaar was ....

12 Februari 2007

Een andere wereld

09 Februari 2007

op naar meer
Kit

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 215
Totaal aantal bezoekers 159481

Voorgaande reizen:

29 Oktober 2012 - 30 April 2012

Stilte in de storm

10 Oktober 2011 - 29 April 2012

Het leven is een groot festival!

30 April 2010 - 29 April 2011

Het nodige geluk

30 November 2007 - 10 April 2009

Pilgrim zonder doel

16 Juni 2004 - 22 Juni 2007

Drie jaar en zes dagen snuffelen

Landen bezocht: