Char Dham - Reisverslag uit New Delhi, India van Kit - WaarBenJij.nu Char Dham - Reisverslag uit New Delhi, India van Kit - WaarBenJij.nu

Char Dham

Door: Kit Weissman

Blijf op de hoogte en volg Kit

06 September 2005 | India, New Delhi

06 september 2005

Ik word later wakker dan ik had gehoopt, maar ik maak een hoop tijd goed met de vlugste inpaksessie tot nu toe. Binnen een half uur ben ik klaar. Ik neem voor de zekerheid een rikshaw naar het busstation. Mijn LP is al een paar jaar oud en de kans dat in de tussentijd de vertrektijden zijn veranderd is groot. Mijn voorgevoel blijkt juist. De eerst en enige bus naar Uttarkashi is vanochtend om zes uur al vertrokken. Niets aan te doen, maar wat nu? De man die me helpt bij het busstation stelt voor dat ik de bus naar Rishikesh neem. Rishikesh is naar het zuiden terwijl ik vandaag naar het noorden had willen gaan. Maar Rishakesh is eigenlijk het startpunt van de Char Dham en ik vat dat op als een teken. Op naar Rishikesh! Ruim een uur later ben ik er al en vind zonder problemen een kamer waar ik blij mee ben. Zacht matras, zachte kussens, hmmm misschien moet ik hier maar een extra nacht blijven. Dat geeft me twee dagen om Rishikesh te verkennen. Het lijkt me een goed plan!

Ik doe mijn kleding in een sopje en rust even uit. Niet erg lang, want ik heb teveel energie om stil te zitten. Hey, zei ik dat? Het klinkt alsof het weer beter gaat!
De voornaamste Ghat van de stad blijkt vlak bij mijn hotel te liggen en ik neem er eventjes een kijkje. Vanavond kom ik hier terug voor de offerceremonie. Op weg langs de Ganges kom ik langs een internetcafe. Ik ben benieuwd of er al nieuws is over mijn ticket. Hotmail blijkt ongelooflijk traag, ik lees twee mailtjes in een tijdsbestek van een uur. De eigenaar van het cafe biedt me gratis extra tijd aan, maar ik ben gefrustreerd en wil naar buiten. De zon in! Geen nieuws over het ticket trouwens.

Bij de eerste hangbrug die ik tegenkom steek ik de Ganges over. Nu loop ik aan de rustige kant van de rivier en het is alsof ik in een andere wereld ben terechtgekomen. Overal fladderen vlinders van bloem naar bloem en het lukt me er een paar mooie plaatjes van te schieten. Bij de tweede hangbrug ben ik in het toeristische gedeelte aangekomen en probeer nogmaals te internetten. Deze keer met aanzienlijk meer succes. Het lijkt erop dat pa en ma rond 20 en 25 november mijn kant opkomen. Het schiet op!

Ik neem een "tempo" (een rikshaw die je met zijn tienen deelt) terug naar het centrum en val op bed gelijk in slaap. Het is maar een dutje. Tegen zonsondergang wordt ik wakker en spring onder de douche. Het water is koel en ik sta er met een grote grijns onder. Ik kan me niet heugen wanneer ik voor het laatst zo blij ben geworden van een koude douche.
Ik loop op mijn gemakje naar de Ghat. De offering van de bloemenmandjes met lichtjes erin is al volop in gang. Leuk is het hier en het is ook zo'n mooie omgeving! Ik ben blij dat mijn dag zo anders is gelopen dan verwacht.

08 september 2005
Ik ben vroeg uit de veren op aandringen van mijn wekker. Ik was het er eigenlijk niet mee eens, maar eenmaal wakker geweest betekend dat de darmen in aktie komen en daar valt niet tegenaan te redeneren. Dus sta ik om zes uur op de Ghat. Niks geen melkoffers en vissen voeren zoals de LP vermeldt. De vissen zwemmen denk ik nog op een oor en wat er met de melk is gebeurd mag Joost weten. Daar sta ik dan met m'n goeie gedrag om zes uur midden in de nacht! #$#@%?

Wat er wel is: een prachtige mistbank en een sereniteit die alleen de ochtend kan brengen ook al is het al druk op de Ghat. Geen melkoffers, maar wel Gangawater offers aan de zon en de vier windstreken. Ieder doet zijn of haar eigen ding.
Ik probeer er foto's van te maken, maar het ochtendlicht leent zich er niet voor en het verstoort het magische van het geheel. Zoiets kan je gewoon niet vastleggen en ik geef het op het toch te proberen.

Ik ga even verderop zitten wanneer het te druk om me heen wordt en krijg gezelschap van een baba. Het gesprek dat ik met hem heb is er een waar ik al maanden op hoop. Geen interview, geen standaard riedel van vragen, maar een echt gesprek. Van mens tot mens. Niet van Indier tot toerist.
Wanneer we dan toch even topografie aantippen vraag ik hem waar hij geboren is en krijg een antwoord wat ruim een uur duurt en wat allerlei vertakkingen kent. Hij vertelt over de trouwerij van zijn zus en de glimpsen die hij ooit heeft opgevangen van Indira Ghandi. Baba voorspelt dat bij de volgende verkiezingen Sonia Ghandi tot PM verkozen zal worden en de laatste poll-cijfers in het weekblad India Today geven hem gelijk heb ik gelezen.

Ons gesprek krijgt een andere wending wanneer er een bedelaar bij ons komt zitten. In overleg met Baba vraagt hij me RS 35 om een nieuw shirt te kunnen kopen. Of ik even over de brug wil komen. Ik peins er niet over, is mijn antwoord. De prijs gaat omlaag. Het is nu tien ruppee, zoveel heb ik vast wel stellen ze. Dat heb ik inderdaad, maar ik geef het niet.
Eten kan hij wel van me krijgen, maar dat wil hij niet. Hij ziet er ook niet hongerig uit en nu ik goed kijk ziet zijn shirt er eigenlijk best nieuw uit. Dat is meer dan ik kan zeggen van baba.

Baba is een Sikh, maar verrassend genoeg is zijn hoofdhaar niet zo lang geleden geknipt. Dat is opvallend omdat Sikhs hun haar normaliter niet knippen. Gezien het feit dat Baba in deze contreien rondwaard vermoed ik dat hij van zijn geloof is gevallen en zich heeft gevonden in de 'baba'-beweging waar een bang-/chillum-/wietgebruik een subreligie is. Verder heeft Baba staar aan beide ogen en een witte baard. Uit zijn verhaal maak ik op dat hij hooguit vijftig kan zijn maar hij lijkt eerder zeventig. Zijn ogen zijn vriendelijk en zijn stem is zacht en aangenaam. Dat laatste is jammer voor de omstanders die een woordje proberen mee te pikken van wat wij zeggen. Aangezien baba net een monoloog van meer dan een uur heeft gehouden is het publiek sowieso wat uitgedund. En nu sta ik ook op het punt te vertrekken aangezien het er niet op lijkt dat de bedelaar uit zichzelf zal vertrekken. Ik bedank baba voor ons gesprek en zijn aangename gezelschap en maak me uit de voeten. Even later rommelt Baba wat rond de fruitstal waar ik bananen en appels sta uit te kiezen. Hello babaji (geeerde baba), zeg ik. Hij vraagt of hij een banaan mag. Maar natuurlijk! Ik had het hem moeten aanbieden i.p.v. hem erom moeten laten vragen. Dom.

Ik trek me terug op mijn balkon vanwaar ik tientallen foto's schiet van het leven op straat. Fotograferen met een digitale camera is erg verslavend. Urenlang breng ik op het balkon door.
Er komt een demonstatie langs. Het is zeker niet de eerste die ik in India heb gezien. De demonstranten zijn vrijwel zonder uitzondering studenten en allemaal jongens. Een terugkerende kreet: Hindabad. Is dat Hindi voor India?
Wanneer de pers erbij komt leeft de demonstratie opeens op. Een pop gemaakt van lakens gevuld met stro wordt met benzine overgoten en in brand gestoken. In een fractie van een seconde staat het ding in lichterlaaie. De jongens die er met hun neus bovenop staan ontsnappen maar net aan de steekvlam. Even is de meute stil van schrik, waarna er luid gejuich oplaaid. Je zou kunnen zeggen van opluchting maar het lijkt van dieper uit te komen. Een oerdrift die het spannend maakt dingen te vernielen. Zaken waar ik niets van begrijp en die ik niet wil begrijpen.

Ik ga naar het internet cafe bij Lakhsman Jhula. De laatste mail bekijken en foto's bijwerken. Mams heeft een vlucht geboekt. Dat is nu dus rond. Eric (van het APS) heeft ondertussen hetzelfde idee gevat als ik: ontmoeten om de sleutel over te dragen onder het genot van een biertje aan het strand. Leuk!

12 september 2005
Ik start de dag op mijn gemak. Gisteravond heb ik nog net op het nippertje een van mijn onderbroeken weten te redden van gewisse ontvoering. Het was dat ik het elastiek van mijn waslijn hoorde veren. Ik dacht dat iemand wellicht de lijn aan het uitproberen was, maar gelukkig ben ik achterdochtig genoeg om me aan te kleden en een kijkje te nemen. Een paar vrouwen die hun was naast het mijne hadden hangen, besloten dat mijn onderbroek ook bij hun was hoorde. Mijn gewijs en verontwaardiging produceren even later een tas met was en mijn onderbroek bovenop.
Vanochtend start ik met een heerlijke parantha (brood pannekoek) en chai. Het heeft vannacht de hele nacht geregend en dat heeft ervoor gezorgd dat het nu stralend blauw is. Omdat het nog vroeg is, rond een uur over zeven, staat de zon laag en moet ik mijn ogen tot kleine spleetjes knijpen om iets te kunnen zien. Na het ontbijt ga ik gelijk op pad. Links van me loopt de rivier waarvan ik vandaag de bron hoop te bereiken. Het is nu heerlijk koel, fantastisch weer om te wandelen en bovenien heb ik vanochtend de schaduwkant van de vallei. Met linksonder me de glasheldere rivier geniet ik van het uitzicht aan de overkant. De velden met Amaranthus staan in bloei. Het produceert een kleur rood die ik niet kan beschrijvn. Ik wordt er helemaal gelukkig van! Regelmatig wordt ik ingehaald door jeeps met dagjespelgrims. Er loopt een grote groep pelgrims vlak voor me uit. Hun pas is langzaam en ik haal ze gaandeweg in. Totaan Janacki Chatti is de weg gemakkelijk te belopen. Nu echter breken de laatste vijf km aan en die blijken het zwaarst. Ik heb tot nu toe erg snel gelopen en besluit het rustiger aan te doen. Ik ben al op de helft wanneer het begint te regenen. Het is nu bijna klokslag twaalf uur en overal wordt ik begroet door pelgrims en de lokale bevolking. Ook krijg ik paarden, draagstoelen en draagmanden aangeboden Er zijn maar weinig mensen die de tocht naar boven te voet maken. Dat verbaast me, ik dacht dat dat juist een belangrijk onderdeel van de pelgrimstocht was. Degenen die lopen zijn vaak oud en gammel en waarschijnlijk niet rijk genoeg om zich te laten dragen. Maar het kan ook zijn dat ze veel serieuzer zijn v.w.b. de pelgrimtocht. Ik schuil voor de regen en doe mijn bodywarmer en deken om. Nu het pad zo snel stijgt wordt de lucht ook een stuk koeler en door met de regen is het ronduit koud. Wanneer het droog genoeg ik ga ik gelijk weer lopen om een beetje warm te worden. De weg is lang en dan, opeens, ben ik in Jammunotri. Het laatste stuk is omlaag. Dat is oppassen geblazen, want door de regen is het pad glad geworden. Ik vind een goede kamer en beding dito prijs. Ik duik gelijk in mijn slaapzak en trek er een deken overheen. Ik probeer warm te worden, maar het lukt niet erg. Tegen een uur of vijf ga ik langs bij de tempel en geniet van de muziek die ze er maken. Een man speelt de tabla (trommel), een ander een harmonium en nog een ander de bekkens. De plaatselijke priester probeert me zover te krijgen dat ik een puhja doe. Voor geld natuurlijk. Maar zo gek hebben ze me hier nog niet gekregen. Ik heb geen Hindoeist en ga ook niet net doen alsof ik het wel ben. De vloer waar ik op zit is warm van de hotsprings eronder. Ik geniet van de muziek en het gemystificeerde uitzicht door de dampen van het hete water. Later eet ik wat bij het restaurant van de ashram.

Tjesus, volgens mij boodt zonet een jongen van hooguit twaalf zich aan voor sex. Hij volgde me naar mijn kamer vanuit het restaurant en wilde binnenstappen toen ik mijn kamer inging. Ik kijk verbijsterd naar de pantomime die de jongen uitvoerd. Hij doet een soort dans waarin hij met zijn handen aait over zijn eigen rug. Op zijn gezicht ligt een grimnas wat het duidelijk maakt: hij komt me even lekker verwennen. Ja hoor, geen baard in de keel, geen stoppeltje te zien: hij is echt de man van mijn dromen! Ik weet niet goed wat te doen en schud met mijn hoofd. Dat blijkt voldoende voor hem om weg te gaan. Wat een maffe toestand??!!

17 september 2005
Gangotri. Het regent. Alweer, nog steeds, wie zal het zeggen. Het is grauw en koud buiten. Ik zit nu op ruim 3000 meter en de wolken hangen vandaag precies hier. Om somber van te worden.
Ik zit in een stoel voor het raam. Mijn vliesdeken is als een rok om mijn benen geknoopt en over mijn bodywarmer heen draag ik mijn slaapzak. Meer dan dat, ik ben weggekropen in die heerlijk warme slaapzak. De ramen zijn nog beslagen van vannacht, ook al is het nu al bijna twaalf uur. ik heb zojuist een pot chai en een paranha besteld. Dat zal er wel over een kwartiertje of zo aankomen. Tussen de condensdruppels door heb ik een prachtig uiticht op de Gangotri tempel en Ghat. Mensen moediger dan ik, wassen zich daar in het Ganga water, nu nog de Bhagirathi rivier genaamd. Mietjes zijn de Indiers hier bepaald niet als het op wassen in heilig water aankomt. Hier in mijn kamer is het ijskoud, buiten is het nog kouder en het water is smeltwater wat niet meer dan een uur geleden nog ijs was. Een groep van vijftien man kleed zich uit en gooit met bakjes en kruiken het ijskoude water over zicht heen. Daarna worden de kleren ook 'gewassen', en soms ook nat weer aangetrokken. Ik kan me dus niet voorstellen dat hier nooit iemand zieker vandaan komt dan hij of zijn is gekomen. Even verderop staat een groep rijke Indiers, herkenbaar aan de kleding. Verder dan hun gezicht en handen wassen gaan zij niet. Zijn ze misschien minder religieus? Of weten ze vanwege hun scholing beter dat natte kleding op zo'n koude dag je een fikse longontsteking kan bezorgen?? Of hebben ze misschien minder goed te maken, hoeven ze zichzelf minder te purificeren. Een van de beste bewijzen dat ze de vorige keer een goed leven hebben geleid is hun huidige rijkdom.

Deze zaterdag heeft wel iets weg van een druilerige Nederlandse zondag waarop je besluit de hele dag in je pyama rond te lopen en je met een glimlach naar de regen kijkt omdat je weet dat je vandaag niet naar buiten hoeft. Het is alsof het weer je het excuus geeft eindelijk een lui te zijn. Nog fijner is het dan om buiten mensen te zien die niet lui zijn, maar het ook weer niet echt naar hun zin hebben. En helemaal af is het wanneer je dan met een deken (of slaapzak) om je heen geslagen een schitterend boek leest terwijl je een pot thee leegdrinkt. Het enige dat nu nog ontbreekt is Verdi of de rauwe stem van Nina Simone die je kippevel tot in je nek bezorgt. Notitie: volgende keer toch mijn md-speler meenemen op trek. Hier hoor ik overdag geen muziek, behalve heel af en toe een chant vanuit de tempel. Als er op dit moment ook gezongen wordt kan ik het over de brul van de rivier in ieder geval niet horen. We hebben overdag geen stroom, alleen 's avonds wanneer de generatoren draaien hebben we licht.

De laaghangende wolken kleven aan de bergen. De nevel is een dikke deken zoals je die wel in griezelfilms ziet. Hier maakt het de ruwe bergen op de een of andere manier zachter, mystiek. Ik kan me maar niet van de gedachte ontdoen dat verder naar boven de zon schijnt. Ik snak werkelijk naar een uurtje in de zon na alle regen van de afgelopen week. Ik vervloek mezelf dat ik vorige week in Rishikesh niet de tijd heb genomen om lekker even in het zonnetje te zitten. Je weet pas echt wat je mist wanneer het niet voorhanden is. Ik moet het doen met de warmte die de slaapzak biedt en de kop thee in mijn hand. Misschien schijnt morgen de zon wel weer, daar waar ik dan ben.

PS: ik probeer vanuit mijn kamer, mijn schuilplaats stiekem te observeren wat er buiten gaande is. Ik heb dat op andere plaatsen meestal zonder succes ook geprobeerd. Indiers hebben een soort radar en hebben je vaak binnen vijf minuten in de smiezen. Waar je ook zit. Zo niet vandaag. Vandaag wordt ik met aandacht bekeken door twee duiven die net buiten mijn raam op twee electriciteitsdraden zitten. India op zijn best.

PPS: 's Avonds ontmoet ik mijn hotelkamerburen (nieuw woord?) uit Litouwen. Ze vertellen dat er vandaag een jongetje is verdronken bij de ghat. Terwijl ik de hele dag uit het raam heb zitten staren. Vanmiddag zag ik even verderop een jongen naar de rivier afdalen en uit het zicht verdwijnen. Ik hield hem in de gaten en vroeg me af wat ik zou moeten doen als ik hem opeens langs zou zien drijven. Maar de jongen kwam een minuut later weer de kant op en ik kon weer opgelucht adem halen. Ongelooflijk dat juist vandaag dan een jongen is verdronken, vlak voor mijn neus. Wat ontzettend verdrietig.

18 september 2005
Ik ben optimistisch over het weer. Ook al regent het nu, het is buiten lichter dan gisteren en hier en daar zijn zelfs stukken blauwe hemel te zien. Ik bestel een emmer heet water. Mijn haar is zeker al vijf dagen niet gewassenen ik verdenk het ervan dat je er friet in zou kunnen bakken. Het hete water is al net zo troebel als het water wat hier uit de kraan komt. Ongetwijfelt rivierwater. Hihi, heb ik me dan toch gewassen met heilig water? Stoer hoor. Behalve als je je bedenkt dat buiten de echte die-hards zich in smeltwater staan te wassen. Maar daar denk ik nu even niet aan, ik probeer juist warm te worden.
Nu is het wachten op een droog moment. Ik wil, als het vandaag lukt, in ieder geval voor elf uur vertrekken. En ik ben wat dat betreft wel een mietje hoor, ik wil gewoon niet met regen vertrekken. Als het onderweg regent, prima, maar in regen starten vind ik buitengewoon ontmoedigent en daar doe ik gewoon niet aan.
Het lukt inderdaad: tegen een uur of elf klaart het weer op en is het lang genoeg droog om te gaan. Even snel de laatste spullen inpakken en er vandoor. Ik merk niet dat ik in de haast mijn handige reiskussensloop laat liggen. Maar daar ben ik nu al weer overheen.
Bij vertrek vraagt een toeriste waar ik vandaag naartoe ga en op het antwoord roept ze: ohhhhh, the road is sooooooo baaaaaad. Fijn toch, van die mensen die je zo heerlijk opbeuren.
Het leuke aan trekken in India is dat je hier niet door fluitende wandelaars wordt ingehaald terwijl jij aan het puffen bent. Het is eerder andersom. Hier ga je (doorgaans) hen voorbij en dat is best een lekker gevoel kan ik je vertellen. Ik ga vandaag aan veel mensen voorbij. Niet alleen zijn de meesten zwaarder bepakt dan ik, het lopen gaat gewoon lekker momenteel. Ik heb 14 km af te leggen en stop maar een keer, tien minuten. De weg gaat langzaam omhoor, de 800 meter die ik vandaag stijg is zeer geleidelijk verdeelt over de totale afstand. De weg is trouwens helemaal niet slecht, maar ik heb natuurlijk wel het voordeel dat het nu niet regent. Rond half vier kom ik in Bhojbasa aan. De Ashram waar ik veel goeds over gehoord heb, is al van ver te herkennen. Erg welkom voel ik er me niet. Ik heb het harstikke koud en op zoek naar vuur kom ik uiteindelijk in de keuken terecht. Ik krijg een kop thee waar ik het voorlopig mee zal moeten doen. Het vuur gaat ondertussen langzaam uit en de kookvuren zijn bezet door de kok die zich eraan warmt. Na een uur navelstaren ga ik naar buiten waar het nu net zo koud is als binnen. Ik pak mijn slaapzak en ga op een stenen bankje het uitzicht bewonderen. Was het eerder nog behoorlijk bewolkt, nu komen de bergen langzaam tevoorschijn en dat is genieten geblazen. Ik wordt aangesproken door een jongen die even verderop in de deur staat. Hij nodigt me uit bij zijn vrienden te komen zitten. Het is een groep van vijf Israelische jongens die, hoe kan het ook anders, net een joint aan het rollen zijn. "No smoking" staat er groot op de muur geschreven. Het lijkt vandaag niet voor hen te gelden. Het zijn gezellige jongens, maar een even gezellig gespreksonderwerp hebben we niet. Eten komt als onderwerp op tafel en ook spenderen we zeker een uur met het opsommen van hoofdsteden. Nou ja, zij dan. Topografie is niet bepaald mijn forte. Zij lijken er wel lol in te hebben, het zal de joint wel zijn. Onrustig door honger verlangen we allemaal naar etenstijd: zeven uur. Van de overheerlijke thali die we dan krijgen worden we langzaam weer warm. Je mag hier trouwens zo vaak opscheppen als je wil maar, zo blijkt, wel binnen een kwartier. Dan is niet het voedsel, maar wel "de tijd" op. Dat hadden ze er dus niet bij gezegd. Ik ben een langzame eter en ik heb nog best trek wanneer we al weer de borden moeten inleveren.

Ik blijf bij de jongens op de kamer tot het licht uitgaat om negen uur. Buiten zijn de besneeuwde bergtoppen verlicht door de volle maan. Ik blijf er een tijdje van genieten. Het is nu trouwens helemaal helder en dat beloofd goed weer voor morgen.

19 september 2005
Het is een stralend blauwe ochtend. Zo helder dat je elk randje elk detail an de bergen om je heen kan zien. Ik wacht op een teken dat het ontbijt klaar is, maar het komt niet. Bi navraag krijg ik een klein bakje sweetpeas. Daar moet ik dus op lopen vandaag, dit is dus niet genoeg. Ik krijg refills, maar het is niet van harte. Schamel, mag je het best noemen. De wandeling is gemakkelijk, het is maar een uurtje op mijn gemak naar Gaumukh. Gaumukh is trouwens niet wat ik ervan had verwacht, maar het is nog steeds erg indrukwekkend. Een stuk ijs van 8 bij 24 km dat bij de mond zeker 30 meter hoog is. Er vallen geen ijsbrokken in het water terwijl ik er zit, maar ik vind wel een stukje glashelder ijs wat ik op zuig. Zo smaakt dus ijs wat een paar duizend jaar over de datum is. Best lekker!
Op de achtergrond torent Shivaling uit boven de contouren van een ander massief. Schitterend!!
Nu moet ik dus beslissen of ik vandaag richting Tapovan ga of niet. Dat stuk is erg zwaar en ik ben niet zeker van een slaapplaats. Ik besluit het toch niet te doen. De twijfel over een slaapplaats en het lekker luie zonnebaden nu geven de doorslag. Het zonnebaden gaat hier ontzettend hard, voor ik het weet ben ik zo rood als een kreeft, nog net niet echt verbrand. Na een paar uur wordt het dan tijd om terug te gaan. Bhojbasa wil ik niet een tweede keer aandoen voor de nacht, dus wordt het Chirbasa of misschien zelfs Gangotri. Gangotri is 17 km lopen bovenop de vier die ik nu al achter de rug heb. Ik begin er vol goede moed aan. In Bhojbasa eet ik luch en ontmoet er een tweetal genaamd Tamar en Tomer. Ze lopen langzamer dan ik en in Chirbasa wacht ik ze op. Ik heb nu opeens geen zin meer om verder te lopen. Ik heb er natuurlijk al 17 km opzitten vandaag, dus dat verklaart een hoop. De eigenaar van de dhaba waar ik zit vraagt of ik daar wil blijven overnachten. Hij vertelt dat hij alleen en single is. Precies de informatie die verzekerd dat ik in ieder geval niet bij zijn dhaba zal blijven. Ik houd de boot af. Of ik nog een thee wil, gratis. Ohoh. Gelukkig komen Tamar en Tomer al snel in zicht. Perfekte timing. Zij hebben ook besloten hier te overnachten, dus ik ben hier in ieder geval niet alleen. We vinden een goede slaapplaats bij de laatste Dhaba van Chirbasa. De dag zit erop.

29 september 2005
Ik ben vroeg op; ik heb er zin in. De bus staat er al wanneer ik aankom. Ik neem helemaal voorin plaats en krijg voordat we Rishikesh verlaten twee touristen uit Libanon naast me te zitten. De vrouw is Engelse van oorsprong en een stuk ouder dan de jongen die met haar meereist. Ze noemt hem 'onze vriend', maar ik heb het idee dat ze familie zijn en dat zij wellicht zijn oma of tante is ofzo. De jongen heeft het niet naar zijn zin, dat straalt aan alles af. Hij is gewend zelf auto te rijden, vertelt de vrouw. Hij gedraagt zich als een vervende puber ook al schat ik hem ergens in de twintig. De rit is goed maar traag. Landverschuivingen, opstoppingen en aan het eind van de dag zelfs een vechtpartijd zorgen ervoor dat we vandaag Kedarnath niet zullen bereiken. We komen niet verder dan Yoshimath waar we rcht in een toeristenval rijden. Dit deel van Yoshimath bestaat uit een hele hoop, veel te dure hotels die rond deze tijd van het jaar verzekert zijn van klandizie die bereid is teveel te betalen voor een kamer. Waar plaats is vragen ze Rs400 en de rest zit vol. Ik ga maar terug naar de bus en vraag of ik daar mag overnachten. Het mag. Het levert het gebruikelijke gegiechel van de mannen op en voor de zekerheid pak ik mijn alarm en mijn mes erbij. Ik heb geen zin om te eten en ga niet met de mannen mee wanneer zij gaan eten. Nu, helemaal alleen in de bus, voel ik me niet toppie. Gelukkig hoor ik stemmen dichtbij, dus ik zit hier niet helemaal verlaten. Mijn voorgevoel blijkt weer juist: het raam aan de kant van mijn voeten (ik lig op de achterbank) schuift langzaam open. Ik veer op, met mijn mes in de hand en steek het dreigend uit het raam. "Iff you try to touch me, I'll kill you", grom ik en de man aan de andere kant van het mes loopt haastig weg. Ik heb hem zojuist bedreigd met het kleinste mesje van mijn zwitserse zakmes en alhoewel het afdoende was schakel ik nu toch over naar de grotere versie. Ik blijf op tot de mannen terugkomen. Degene die ik het minst vertrouw komt het eerst terug. Hij heeft me eerder vandaag langdurig zitten bekijken en komt nu duidelijk zien of hij kans maakt. Ik vertel hem wat er zojuist is gebeurt maar zijn engels is nihil en hij snapt er weinig van. wat wel helpt is dat ik hem het mes laat zien. Wellicht begrijpt hij niet helemaal waarom, maar in zijn ogen bespeur ik nu een nieuw respect en wanneer ik zeg dat ik nu ga slapen maakt hij zich snel uit de voeten. Ik slaap goed vannacht. Er zijn geen gekke toenaderingen van wie dan ook. Wel lek ik stevig door. Gatver!

29 september 2005
Ik ben vroeg op; ik heb er zin in. De bus staat er al wanneer ik aankom. Ik neem helemaal voorin plaats en krijg voordat we Rishikes verlaten twee touristen uit Libanon naast me te zitten. De vrouw is Engelse van oorsprong en een stuk ouder dan de jongen die met haar meereist. Ze noemt hem 'onze vriend', maar ik heb het idee dat ze familie zijn en dat zij wellicht zijn oma of tante is ofzo. De jongen heeft het niet naar zijn zin, dat straalt aan alles af. Hij is gewend zelf auto te rijden, vertelt de vrouw. Hij gedraagt zich als een vervende puber ook al schat ik hem ergens in de twintig. De rit is goed maar traag. Landverschuivingen, opstoppingen en aan het eind van de dag zelfs een vechtpartijd zorgen ervoor dat we vandaag Kedarnath niet zullen bereiken. We komen niet verder dan Yoshimath waar we rcht in een toeristenval rijden. Dit deel van Yoshimath bestaat uit een hele hoop, veel te dure hotels die rond deze tijd van het jaar verzekert zijn van klandizie die bereid is teveel te betalen voor een kamer. Waar plaats is vragen ze Rs400 en de rest zit vol. Ik ga maar terug naar de bus en vraag of ik daar mag overnachten. Het mag. Het levert het gebruikelijke gegiechel van de mannen op en voor de zekerheid pak ik mijn alarm en mijn mes erbij. Ik heb geen zin om te eten en ga niet met de mannen mee wanneer zij gaan eten. Nu, helemaal alleen in de bus, voel ik me niet toppie. Gelukkig hoor ik stemmen dichtbij, dus ik zit hier niet helemaal verlaten. Mijn voorgevoel blijkt weer juist: het raam aan de kant van mijn voeten (ik lig op de achterbank) schuift langzaam open. Ik veer op, met mijn mes in de hand en steek het dreigend uit het raam. "Iff you try to touch me, I'll kill you", grom ik en de man aan de andere kant van het mes loopt haastig weg. Ik heb hem zojuist bedreigd met het kleinste mesje van mijn zwitserse zakmes en alhoewel het afdoende was schakel ik nu toch over naar de grotere versie. Ik blijf op tot de mannen terugkomen. Degene die ik het minst vertrouw komt het eerst terug. Hij heeft me eerder vandaag langdurig zitten bekijken en komt nu duidelijk zien of hij kans maakt. Ik vertel hem wat er zojuist is gebeurt maar zijn engels is nihil en hij snapt er weinig van. wat wel helpt is dat ik hem het mes laat zien. Wellicht begrijpt hij niet helemaal waarom, maar in zijn ogen bespeur ik nu een nieuw respect en wanneer ik zeg dat ik nu ga slapen maakt hij zich snel uit de voeten. Ik slaap goed vannacht. Er zijn verder geen gekke toenaderingen van wie dan ook.

02 oktober
Wat een heerlijke dag! Lekker rustig wakker worden. Het is koel in de kamer, maar niet echt koud. En het is heerlijk zo onder de dekens. Ik heb al door de luiken geluurd en zo te zien wordt het een stralende dag. Ik heb zin om eraan te beginnen en om acht uur schiet ik in mijn kleren en loop naar de warmwaterbaden vlak onder mijn hotel. Het is er rustig, slechts twee vrouwen zitten in het bad. Ik weet niet goed wat wel en niet aan kleding aan te houden. De vrouwen hier baden vaak in hun onderrok die ze tot aan hun oksels optrekken. De oudere vrouwen echter, doen minder moeite hun lichaam te verbergen. Die houden de rok waar hij was of houden alleen hun onderbroek aan. Ik vind het gedoe om niet, zo met vrouwen onder elkaar. Maar even later blijkt het goed voor meer dan alleenj bescheidenheid onder vrouwen. Een mannelijke priester komt. met de ogen strak vooruit, de donatiebox legen. En daarna komen twee oudere mannen een kijkje nemen onder het momen verdewaalt te zijn. Ze hebben echter helemaal geen haast er weg te komen. De vrouwen, met al hun valse bescheidenheid, maken zich er niet erg druk over. Alles blijft shanti shanti. Onbegrijpelijk!

Ik moet meer dan de helft van mijn kleding wassen en drogen voor ik weg kan hier. In het hotel vraag ik een emmer heet water om mijn haar en kleding mee te wassen. In het warme bad mag je nameli8jk geen zeep of shampo gebruiken. Toch drijven er shampo-zakjes in het water. Geen zeep, maar wel afval in het water. Typisch.
De zon schijnt volop vandaag en rond check-out tijd is mijn was zo goed als droog. Nu eerst nog even wat eten en dan er vandoor. Het is geen lange wandeling vandaag; het is maar acht km lopen naar Rambala. "Makkelijk" is de klassificatie, maar de drie tot vier uur die ervoor staat verraadt dat het geen recht pad is. het gaat inderdaad omhoog. Geleidelijk, maar wel genoeg om te hijgen en verschrikkelijk te zweten zo op het heetst van de dag. Voor mijn gevoel gaat het snel en voor ik het weet zit er al vijf km op en neem ik even een kwartiertje rust. Wat drinken en genieten van de omgeving. De laatste drie km zijn voorbij voor ik twee keer met mijn ogen knipper, bij wijze van spreken en in Rambala vind ik boven een dhaba een goede kamer. Zo, nu lekker even opwarmen aan het vuur beneden en heerlijk een chai drinken.

De kok van de dhaba is MOOI!!! Als hij niet elke blik die ik werp ving zou ik in zijn ogen verdrinken. Maar ja, ik heb al verteld dat ik getrouwd ben. Momenteel werkt mijn man als vrijwilliger in Rishikesh. Er is dus geen toekomst voor de kok en ik. Zucht ...... slik. Maar hij is wel MOOOOOOIIII!!!

03 oktober 2005
Ik heb een lange, LANGE nacht achter de rug. Ik bleef (voor de verandering) hopen dat er op mijn deur zouj worden geklopt en dat hij, de mooie kok, met een mooie smoes het zou zijn. Vlak nadat ik me terugtrok in mijn kamer kwam hij nog een kaars brengen, nachtlicht. En ik zou toch zweren dat hij daarna nog ruim een half uur in de vrieskou buiten op het terras heeft gezeten met zijn Philips radio. Zo dichtbij en toch zo ver weg. Ik had wel duizend smoezen kunnen bedenken om ook naar buiten te gaan, maar had een groot probleem: ik was bij mijn volle verstand. En aangezien hij Indier is en dit ook nog eens een gehucht waar iedereen alles weet, kon ik het gewoon niet. Maar shit! Wat is het toech moeilijk braaf te zijn. Zijn lichtbruine ogen, prachtige bruine huid en zcht roze lippen. Ik bleef hopen! Dus draaide en droomde en draaide en draaide ik. En vervloek ondertussen mijn lichaam voor het verraad t.o.v. mijn verstand. Het is een gevecht van principes tegen hormonen en de principes houden maar net stand. Na nog meer lange uren wordt het licht buiten. Ik blijf eerst nog even boven op het terras zitten met mijn slaapzak om me heen. Genietend van de mistige ochtend. En wanneer ik naar beneden ga tref ik een puinhoop. Paarden hebben vannacht de pannen met eten gevonden en nu is alles overhoop en vies. Ik heb de herrie vannacht wel gehoord, maar wist niet goed wat te doen en liet het maar aan de lokale bevolking over die doorgaans alleen met zwaar geweld wakker te krijgen zijn. Het is een tegenslag voor het guesthouse. Een hoop goed eten is verdwenen. Maar de mooie kok moppert niet. Wel overlegt men een oplossing. Ik heb het gevoel dat ik beneden in de weg zit, maar Dilber brengt me op mijn gemak met een kop thee. Hij heeft thee voor ons tweeen gezet, wat natuurlijk wat "ge-whooooo" losbrengt bij de anderen. Ontbijt bestaat uit chapattig en een sabji van bonen; het enige wat aan de vreetbui van de paarden is ontkomen. Ondertussen bekijk ik het leven wat buiten buiten plaatsvind. Het is leuk om te zien dat hier wandelstokken en paraplu's in de kraag worden gehangen. Best handig! Dan hangen ze niet in de weg tijdens het klimmen.
Ik heb bepaald geen haast hier weg te komen. Ik vind het voor de verandering eens fijn bekeken te worden. Maar, hij kijkt wel weg wanneer ik zijn blik vang. Hij is een beetje verlegen. Net genoeg. Precies goed. En hij heeft geen van de onsmakelijke trekken die Indiase mannen zo kenmerkenn. Ik heb hem nog niet zien spugen, gorgelen, boeren of zijn kruis vasthouden en plain publique. Hij is te goed om waar te zijn. Het is duidelijk: ik heb het zwaar van hem te pakken.
Tegen een uur of tien ga ik dan toch maar mijn spullen pakken, anders kom ik straks in tijdnood. Dilber komt na een tijdje boven een kijkje nemen. Hij heeft geen goed excuus, zoveel is duidelijk. Heen en weer loopt hij, besluiteloos. Dan de oplossing; hij gaat op het dak in de zon zitten. Precies zo, dat hij mijn kamer in kan gluren. En ik mooi naar hem kan gluren natuurlijk. We weten het van elkaar en het is een mooi spel. Hij is jammer genoeg wel te verlegen een eerste stap te nemen en ik ...... tja, nog steeds bij mijn volle verstand. Bij het afscheid knipoog ik naar hem en had maar wat graag rond blijven hangen om zijn reaktie te zien.

Op naar Kedarnath dan maar. Ik krijg onderweg gezelschap van een wat oudere man die verteld over India en al het goed wat de Engelsen voor India hebben gedaan. Uiteraard komt ook zijn familie ter sprake. Ik zal hen later ontmoeten. De man reist uiteraard niet alleen, dat doen alleen gekke buitenlanders. De wandeling is niet onaangenaam. De lucht wordt gaandeweg ijler en koeler; de pieken van het massief komen langzaam in beeld. En dan, anderhalve km van de tempel van Kedarnath zelf, kom je opeens in een vallei terecht. In het boek las ik de volgende beschrijving: het is alsof je in het hart van een bloem loopt. En het klopt, de bergen om me heen zien er uit als bloemblaadjes en het is hier adembenemend mooi. Omdat ik gezelschap heb is het rustig qua touts. Heerlijk om zo in een nieuwe plaats aan te komen. Ik laat de vriendelijke meneer bij zijn familie achter en ga op zoek naar een slaapplaats. Bij het tweede guesthouse vind ik de kamer die ik wil. Ik heb hier zelfs electriciteit! Ongehoord. En het valt niet een keer weg! Ik zit nu op aanzienlijke hoogte en het is koud in de kamer. Buiten schijnt het zonnetje, dus ga ik naar de tempel. de sfeer hier vind ik niet prettig. Het bast van de lastige bedelaar-sadhu's en de priesters in de tempel zijn al net zo opdringerig. Ik kom buiten de tempel mijn wandelpartner en zijn familie tegen. Zij blijven maar kort, ze gaan vandaag nog terug naar Guerikund. Dat is 28 km lopen op een dag. Indrukwekken hoor, petje af! We gaan met z'n allen op de foto. Ik krijg een van de polaroids als geschenk. Het is een hartstikke leuk aandenken. Tegen een uur of vier wordt het stil bij de tempel en ik ga terug naar mijn guesthouse. Mijn camera maakt overuren bij het kijken naar Dilbers foto. Ik krijg die jongen maar niet uit mijn gedachten. Ook nu op mijn kamer ben ik in gedachten bij hem. Een scala aan scenario's spelen door mijn hoofd. Ik wordt helemaal gek van mezelf. Nu ik dan eindelijk de kans heb delen van mijn dagboek in mijn pc te zetten doe ik maar een poging. Maar het wil gewoon niet. Ik heb geen zin om te eten en speel uiteindelijk maar spelletjes om de pc. Het helpt. Eindelijk wordt het wat rustiger in mijn hoofd. Rustig genoeg om te slapen.

  • 17 Oktober 2005 - 09:04

    Janneke:

    Lieve Kit
    ik heb weer met veel plezier e verhalen gelezen. Ik wens je een hele goede reis en een fijne tijd in Thailand. Mij vlammetjes zijn weer aan! ik denk aan je. dikke kus van Janneke

  • 30 Oktober 2005 - 21:11

    Nanne:

    Late reactie: maar wat een ongelofelijk mooi foto's!! Onvoorstelbaar...hmmm wil wel weer terug.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: India, New Delhi

Drie jaar en zes dagen snuffelen

Recente Reisverslagen:

24 April 2007

de tien dagen grens ...

27 Maart 2007

eigenweissman³

26 Februari 2007

toen het leven nog niet zwaar was ....

12 Februari 2007

Een andere wereld

09 Februari 2007

op naar meer
Kit

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 217
Totaal aantal bezoekers 159284

Voorgaande reizen:

29 Oktober 2012 - 30 April 2012

Stilte in de storm

10 Oktober 2011 - 29 April 2012

Het leven is een groot festival!

30 April 2010 - 29 April 2011

Het nodige geluk

30 November 2007 - 10 April 2009

Pilgrim zonder doel

16 Juni 2004 - 22 Juni 2007

Drie jaar en zes dagen snuffelen

Landen bezocht: