Kneus Unlimited op de Kali Gandaki - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Kit - WaarBenJij.nu Kneus Unlimited op de Kali Gandaki - Reisverslag uit Kathmandu, Nepal van Kit - WaarBenJij.nu

Kneus Unlimited op de Kali Gandaki

Door: Kit Weissman

Blijf op de hoogte en volg Kit

23 Maart 2005 | Nepal, Kathmandu

23 maart 2005

Kneus en Co zijn ondertussen aangesterkt: Janneke, een goede vriendin van Gudrun is erbij gekomen. We zijn omgedoopt tot Kneus Unlimited. Peter, die we tijdens onze trekking in Jomson hebben leren kennen, heeft de nacht op onze kamer doorgebracht. Alle kamers in Tibet Peace Guesthouse waren bezet. Janneke, Gudrun en ik dwars op te twee bedden en Peter op een matras op de grond.

We hebben verassend goed geslapen zo met zijn vieren op een kamer. Het is ongetwijfeld niet wat Peter er misschien van had gedroomd, maar goed. Het was in ieder geval erg gezellig met hem erbij.
We moeten vroeg op, want zometeen worden we verwacht bij het kantoor van Swissa. Peter loopt ‘even’ mee. We zijn de eersten daar. Ik krijg het er een beetje benauwd van, want misschien hebben we de tijd wel verkeerd begrepen? Zullen ze misschien zonder ons vertrokken zijn?
Maar tegen vertrektijd komen er opeens een hoop mensen bij. We horen dat de groep geëxplodeert is naar 26 personen. Dat is in een tijdsbestek van twaalf uur een ongelooflijke groei. De mensen die er nu staan zijn allemaal Israëliers. Dat is op zich niet zo erg, maar het maakt het wel wat lastiger voor ons om aan te sluiten bij de groep wanneer iedereen Israëlisch spreekt. Het zij zo.

We moeten nog een klein eindje lopen naar de bus. Onze tassen, nou ja, de tassen van onze medepassagiers gaan met de riksha. Peter loopt met ons mee en zwaait ons daar uit. Lief.

In de bus blijkt de groep niet geheel uit aanstaande rafters te bestaan. Een gedeelte van onze groep staat op ons te wachten in Pokhara en van deze groep gaan er een heel aantal de Annapurna trek doen. Dat geeft ons hoop op nog een paar toeristen van een andere nationaliteit. We speculeren over de komende dagen. Israëliers zijn in onze ogen de Italianen van het Midden-Oosten; altijd aan het babbelen. Maar wij blijken met zijn drieën meer herrie te maken dan de andere twintig man bij elkaar. De meesten proberen tijdens de busreis te slapen. Wij hebben het gezellig en houden met ons gelach de halve bus wakker. De eerste indrukken over onze medepassagiers komen al op tafel. Zo is zit er een androgene jongen met een meisjesbloes schuin voor ons, zit er een aardig meisje die goed engels spreekt naast mij en zit een jongen, door mij Mr Gladjanes genoemd, halverwege de bus die er erg op gebrand is zijn spieren en oogverblindende glimlach te laten zien. Ik mag hem meteen al niet. Dat heb ik wel vaker, op het eerste gezicht.

Rond drie uur komen we in Pokhara aan. We hebben een goede reis achter de rug. We gaan vrijwel meteen door naar het hotel waarin we zullen overnachten en het blijken bijzonder goede kamers te zijn. Ik heb zelfs een bad in mijn badkamer. Ik heb in de laatste tien maanden maar één keer een bad gezien. Maar dit bad nodig niet echt uit tot weken. Wel tot het wassen van mijn kleding. Het is prachtig weer, dus morgen kan ik met schone kleding op stap.

’s Avonds gaan we naar de meeting bij Mama Mia’s. We hebben een gastheer met flauwe grappen die niemand begrijpt en een naam-uit-de-hoge-hoed-spelletje, maar op de een of andere manier weet hij toch de stemming erin te krijgen. Het is trouwens de eerste keer dat we de hele groep zien en jawel, er zitten nog twee Engelse vrouwen en een Chileen bij. We zullen ons niet alleen voelen.
En, nu we zoveel Israëliers in de groep zien, weten we zeker dat we de voordeligste reis hebben gekozen. Dat is geruststellend.
We hebben vanmiddag zeer uitgebreid bij de Lemon Tree gegeten, dus meer dan een soepje gaat er nu niet in.

Daarna gaan we een filmpje pakken: Aviator. Het is werkelijk een waardeloze film. Misschien mede door de slechte kopie en het geluid wat ons kippevel bezorgt, maar ook de inhoud lijkt slaapverwekkend. Zo erg zelfs dat we na een uur weg gaan om heerlijk in ons bed te kruipen. Lekker slapen.

24 maart 2005

We staan heel vroeg op. Ik klop zelfs een half uur te vroeg bij de meiden op de deur. Daar zijn ze niet zo heel blij mee. Kennelijk hebben ze vanochtend niet zoveel tijd als ik nodig om te pakken.
We moeten onze spullen inleveren bij het Swissa kantoor. Ze hebben ons geadviseerd om maximaal Rs 500 mee te nemen, meer zullen we niet nodig hebben. Ook ons paspoort en cameras blijven achter. Behalve de waterdichte wegwerpcamera dan. We twijfelen nog even waar we gaan ontbijten. Bij de bakkerij verderop in de straat is het ontbijt duurder dan bij Mama Mia’s dus we kiezen maar voor de laatste. Het ontbijt wat we er krijgen is ronduit zielig. We kopen erna nog wat broodjes bij de bakkerij uit angst dat we anders de vijf uur in de bus niet zullen overleven. Janneke en Gudrun zitten voorin, ik erachter met Lila, een van de gidsen. Hij is goed gezelschap. Af en toe een beetje kletsen, maar gelukkig niet de hele rit. Lekker rustig.

Ook al zijn wij rustiger dan gisteren, nog steeds maken we met zijn drieën de meeste herrie van allemaal. Dat beloofd wat. De rit duurt eigenlijk niet eens zo heel erg lang. Het is een mooie rit, beetje erg hobbelig, maar minder erg dan ons gisteren werd voorgespiegeld. We hebben twee stops onderweg en bij de derde zijn we aan ons beginpunt om te raften.
Nu moet alles uitgeladen worden. De persoonlijke spullen van de toeristen zijn daarbij de minste zorg. We moeten de boten en de tenten uitladen, al het eten, drinken, de tafels, zwemvesten, slaapzakken. Noem het allemaal maar op. De westerse vrouwen uit de groep helpen mee, de Israëlische vrijwel niet. Maar de grote groep mannen verzet het meeste werk. Hun trots staat op het spel. En zo staan we af en toe een kwartier bij de bus te wachten tot we eindelijk iets mogen aanpakken. Typisch.

Terwijl we uitladen wordt de lunch bereid. Het is een vrij uitgebreid en goed buffet en daarna krijgen we uitleg over het raften en de reddingsinstructies. Wel honderd keer vertellen ze dat als we iets niet begrijpen dat ze het nog wel honderd keer willen uitleggen, maar alles is hartstikke duidelijk. Er zijn geen vragen. Helemaal geen vragen. Hartstikke duidelijk.

Het miezert nu een beetje en we krijgen het allemaal een beetje koud. We popelen om te vertrekken, bezig te zijn, warm te worden. Het is donker en somber en het is een andere start dan we hadden gehoopt voor deze trip. Hopelijk is het weer morgen beter.

Ok, allemaal de rafts in! De groepen worden nu gevormd. Die van ons stond al min of meer vast; een van de gidsen, Bikram, heeft ervoor gezorgd dat onze tassen in zijn boot liggen en hij heeft zo alle westerse vrouwen uit de groep in zijn raft verzamelt. Slimme jongen. We hebben ook de Chileense jongen in de boot, maar we komen er al snel achter dat hij ook best voor vrouw door kan gaan. We hebben een meidenboot.
Eerst moeten we de commando’s oefenen die we tijdens de uitleg hebben geleerd. Het gaat eerst wat onwennig, maar onze meidenboot wil zich niet laten kennen en we doen zo te zien meer ons best dan de bemanning van de andere boten. Nu mogen we een paar meter varen. En dan moeten we er al weer uit.

De stroomversnelling die even verderop op ons wacht, Big Brother, is te gevaarlijk om te nemen. Twee jaar geleden is er nog een toerist in omgekomen en sindsdien lopen de rafters er langs de oevers omheen. Van boven ziet het er niet gevaarlijk uit, maar zodra we er voorbij zijn zien we pas goed hoe spectaculair de stroomversnelling eigenlijk is.

Hierna allemaal weer de boot in en drie uur heerlijk raften volgt. Uiteraard breken er regelmatig watergevechten tussen de bemanning van de boten uit. Meestal is onze boot de aanstichter van de gevechten. De Israëliers kijken meewarig onze richting uit en maken dat ze wegkomen wanneer onze boot in de buurt komt. Het wordt duidelijk dat de Israëlische dames niet nat willen worden tijdens het raften..... Waarom ga je dan toch raften????? We snappen er niets van.

Maar er zijn ook jongensboten en die laten zich door ons niet op de kop zitten. Chaim, bij mij beter bekend als Mr Gladjanus, neemt tijdens een van de gevechten een geweldige sprong, grijpt Rachel (een van de Engelse dames) vast tijdens zijn vlucht en dropt haar naast de boot in het koude water. Rachel heeft geen idee wat haar net overkomen is. Prachtig gezicht, ik lach me rot. Wij zijn trouwens niet de enigen die de watergevechten starten, de gidsen van de boten zijn ook niet vies van een beetje water en brengen zo wat leven in de brouwerij. Ze zijn experts in het met de peddels op het water slaan en spatten ons vanaf een voor hun veilige afstand nat. Eigenlijk zouden ze deze technieken ook met ons moeten doornemen tijdens de eerste instrukties. Het is van groot belang dat er eerlijk gevochten kan worden. Althans, dat is onze mening.

Zoals gezegd zijn we na drie uur op de plaats van bestemming en we zetten het kamp op. Er is heel veel te doen, alle tenten moeten worden opgezet, de kleding wordt te drogen gehangen in de regen en het eten moet worden klaargemaakt. Het is wel fijn dat we constant bezig kunnen zijn, want het is koud. Er staat een behoorlijk wind en het zonnetje zal zich vandaag niet meer laten zien. De broodjes die we vanochtend bij de bakkerij hebben gekocht zijn goed van pas gekomen, ik heb nog een sandwich over die we met zijn drieën delen. Het is net na vieren en we hebben alledrie behoorlijke trek.
De begeleiding had dat wel al verwacht en even later staat er popcorn en soep op ons te wachten. Met zijn zesentwintigen staan we onder een zeil van drie bij drie ons te warmen aan de thee en tegoed te doen aan het eten. Het is de eerste echte kennismaking met de bemanning van de andere boten. Onze angst te worden genegeerd blijkt volledig ongegrond: de Israëliers doen genoeg moeite om contact met ons te leggen en het is hartstikke gezellig zo.

Het eten is klaar, het vuur aangemaakt en de regen is opgehouden. Tijd om ons op te warmen aan het vuur. We zingen Nepalese, Engelse en Nederlandse liedjes en spelen een spel dat Murder heet en dat even lang duurt als de uitleg van ruim twee uur. Zelfs tijdens het spel kan de groep er maar niet over eens worden hoe de regels zijn. De eerste typisch Israëlische trekken komen bovendrijven. Om tien uur liggen de meesten in bed of zitten verderop stickies te roken. Ik zit lekker warm bij het vuur te genieten van de avond die opeens helemaal helder is. Er staat een prachtig heldere maan, het is net alsof iemand het avondlicht heeft aangedaan. Onze zaklampen zullen we vanavond niet nodig hebben. Het kamp is neergezet in een inham waar vooral zand ligt. Overal zijn doorzichtige zakken met zand en brandende kaarsen neergezet en het kamp ziet er gezellig uit. Het is nu echt kamperen. Bij mij aan het vuur zitten twee jongens, de een is een bonk van een kerel die de hele dag al in de weer is om zijn vriendin op handen te dragen en de ander heeft sinds een paar maanden een Zwitserse vriending over wie hij onophoudelijk praat. Een van hun eerste vragen is of ik getrouwd ben en kinderen heb. Ik kan het niet laten om gelijk mijn persoonlijke mening over trouwen en kinderen op tafel te leggen. Ik heb duidelijk het verkeerde publiek gekozen, want een fikse discussie volgt. Het komt erop neer dat ik mijn enige reden van leven naast me neer leg en daar heb ik zo te merken volgens hen het recht niet toe. Naar mate de discussie vordert neemt de felheid wat af en geven ze me het gevoel dat ik misschien, wellicht, ooit wel het recht zal hebben zelf daarover een keuze te maken. Maar het is niet echt van harte.
De bonk geeft het op en gaat naar bed. Met de zwaar verliefde jongen praat ik tot diep in de nacht; over zijn vriendin. Het is mooi iemand zo verliefd te zien. Hij zit er duidelijk met zijn hele hart en tot over zijn oren in. Heerlijk!

Bijna net zo verliefd als hij is op zijn vriendin is hij ook verliefd op zijn moederland: Israël. Ik merk het wel meer aan Israëliers, ze hebben een sterke drang alle misvattingen over hun land recht te zetten en zijn op een soort van propaganda missie. Het is een precair onderwerp, want voor je het weet zeg je iets wat tegen het verkeerde been is. Ik probeer zoveel mogelijk te knikken en zo weinig mogelijk te zeggen.

Rond drie uur ’s nachts ben ik geheel over de slaap heen, maar ik kruip toch nog even in mijn slaapzak. Slecht idee blijkt, want de ondergrond is koud en hard en ik raak maar niet in slaap. Ik had beter bij het vuur kunnen blijven zitten.

25 maart 2005

Ik ben nog wakker van de vorige nacht en zodra de eerste zonnestralen het kamp bereiken ga ik uit bed. Langzaam wordt het kamp wakker. De kleding die we gisteren aanhadden droogt nu eindelijk in de late zon. Hier en daar staan mensen wakker te worden met een kop thee of koffie in de hand. De begeleiding probeert ons zover te krijgen dat we de tenten gaan afbreken, maar het is lastig. Niet het afbreken van de tenten, maar het wakker worden. Langzaam komt er wat gang in het geheel.

Rond tien uur zitten we terug in de rafts. We starten met het oefenen van de commando’s. Dat blijkt wel nodig, want we zitten vrijwel onmiddelijk in het grote rapid (stroomversnelling). “Goede morgen” heet deze. En inderdaad, we zijn gelijk wakker. Zaten gisteren Gudrun en ik voorin, vandaag voeren Rachel en Karen onze boot aan.
En uiteraard breken al snel weer de eerste watergevechten uit. Het is prachtig weer vandaag, dus we drogen heel snel weer op. Het is een schitterende tocht. Alles zit mee: het weer, we varen op prachtig licht groen-blauw smeltwater, de rapids zijn frequent en spannend, maar niet te spannend. Onderweg van ik een glimps op van de prachtige benen van een van de gidsen. Ik weet nu nog niet hoe zeer dat morgen een thema zal worden. Ik houd het genot nog heel even voor mezelf. We varen onder een waterval door en ’s middags een grot in. We lunchen op een mooie strand onderweg. De mannen spelen voetbal in de brandende zon en de meiden eten vooral. We hebben constant honger.

Vlak na de lunch oefenen we nog een keer de commando’s. Het gezicht van Bikram, onze gids, staat serieus. We vragen wat er is en hij doet een beetje geheimzinnig. We begrijpen na een paar minuten waarom: er staat een ons een grote rappid te wachten en daar komen we wonder boven wonder doorheen zonder om te slaan. Temeer een wonder omdat we later van Bikram horen dat hij heeft geprobeerd ons expres om te laten slaan. Misschien was het onze onkunde of juist ons sterke team die het voorkomen heeft. Ik prefereer het laatste. De laatste boot die de rapid neemt slaat wel om. Het is een boot waarvan de bemanning vanochtend redelijk rustig is geweest, maar nu zijn ze allemaal opeens klaar wakker. Overspoelt door golven rivierwater en adrenaline worden ze lachend en schreeuwend de overige boten ingetrokken en peddelen daarna al zingend en juigend de rivier af. Ze zijn niet meer stil te krijgen.
Even verderop staat ons ook een bad te wachten. De rivier is hier diep en redelijk rustig, een ideale plaats om te zwemmen. Bikram zet ons staand op de rand van de boot in een kring en we vallen allemaal tegelijk in het water. Het water is koud, maar met het reddingsvest wat het torso goed warmhoudt wen je er heel snel aan. De rivier neemt ons in een goed tempo mee naar beneden. Het is heerlijk zo te dobberen. Andreas, de Chileen, wil zelfs niet meer terug in de boot, maar dat is niet mogelijk. Even verderop wordt het weer ondiep en kan je je serieus bezeren aan de stenen en rotsen.

Een uur later zetten we kamp op. Het zonnetje schijnt, onze kleding hangt goed te drogen en hier en daar verschijnen de eerste rode gezichten. Het is Holi vandaag, de dag waarop er met water wordt gegooid en met kleurstof wordt gewreven. Wij ontkomen er nog redelijk aan, maar een aantal van de gidsen zijn in kleurengevechten verwikkeld met de lokale bevolking. Dat wil zeggen, met de vrouwen. Dit is de enige dag in het jaar dat mannen aan vreemde vrouwen mogen zitten en vice versa. Vandaag mag je openlijk sjansen met Jan en Alleman en daar wordt goed gebruik van gemaakt. Ik kan ze geen ongelijk geven.

Vanavond eten we dalbaath. Ik schep wel drie keer op, volgens mij eten we allemaal veel meer dan de begeleiding had verwacht, maar er is toch elke keer genoeg voor iedereen.
We eten rond het vuur en al snel vormen we een grote kring. Ik zit naast Khobi, een hartstikke leuke jongen, maar ik mag er niet lang van genieten. Gudrun komt tussen ons in zitten en ik zit er ongelooflijk van te balen. BALEN!!
We denken na over een spel, maar het duurt allemaal erg lang. Wanneer we eindelijk iets hebben gevonden, begint de begeleiding met een onverwachts avondprogramma. Een vat als trommel, aluminium borden als bekkens en koppen als bellen en zo zingen ze hun heel Nepalees repertoire af. Hier en daar dansen de Nepalezen en proberen ons toeristen ook zover te krijgen. Af en toe lukt het. Maar naarmate het later wordt raken we meer in de stemming en op een gegeven moment staat iedereen te dansen. Geweldig! We weten nu nog niet dat de cameraman het allemaal op de gevoelige plaat zet.

Lang nadat de muziek is afgelopen blijven we nakletsen. Het is vanavond volle maan en gisteren heb ik Gudrun beloofd mee te gaan als ze gaat skinny dippen. Langzaam aan wordt het rustig rond het vuur en rustiger in het kamp. Aan de kant waar onze tent staat en er een mooie strandje is zit een grote groep te blowen. Daar gaan we dus duidelijk niet skinnydippen. De enige andere optie is aan de andere kant waar de oever vol met keien ligt. Stilletjes sluipen we er vandoor en lopen tussen de keien door tot we op veilige afstand van het kamp zijn. Het plan, nou ja mijn plan, is om ons snel uit te kleden en dan elegant te water te gaan. Maar als dat zou lukken zouden we ons niet Kneus & Co hebben genoemd. Ook het water ligt vol met grote glibberige keien en ala Kneus & Co gaan we op handen en voeten, gierend van de lach, het water in. Het water is hartstikke koud en zet elke haar op ons lichaam overeind van schrik. We klimmen en ploeteren verder en verder over de keien terwijl onze blote konten het maanlicht weerkaatsen en het kamp verlichten. Maar hoe we ook zwoegen, na een gevoelsmatig kwartier staan we nog maar tot aan onze knieën in het water. Geweldig plan was dit zeg. We komen van het lachen maar moeilijk overeind. Dan opeens is het wel een stuk dieper en angstig tellen we af naar het moment dat we gezamelijk onder zullen dompelen. Nog even een schijnbeweging en dan toch onder water.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn haar te wassen, maar alhoewel mijn haar misschien nu frisser ruikt komen we volgens mij vuiler uit het water dan we erin gingen. Op onze weg naar de kant schijnen onze vier halve manen terug naar de maan. Ik weet het niet zeker, maar het lijkt alsof ze ervan bloost.

We gaan terug naar het kampvuur om te drogen. Men vraagt of het koud was!! De vraag naar de bekende weg. Langzaam drogen we op terwijl de androgene jongen en Mr Gladjanes nog versierpogingen doen. Ik maak dat ik wegkom. Geen idee hoe laat het is wanneer ik in slaap val.

26 maart 2005

Gisteravond hebben we al de instructies gekregen voor vanochtend: geen tijd voor gelanterfanter, we hebben een lange dag voor de boeg en voor negen uur moeten de tenten zijn opgedoekt.
Ik heb zowaar goed geslapen vannacht, dat mocht ook wel, want ik was ondertussen al 36 uur op en actief geweest. Tien na zeven komen we uit te tent gekropen, eigenlijk al laat, maar we zijn desondanks de eersten van het kamp. Op de begeleiding na dan. De tent hebben we snel afgebroken en ingepakt. De tassen staan al klaar wanneer anderen net aan het afbreken zijn. Dat is lekker, want nu kunnen wij wel lekker rustig aan doen.
Pannekoeken als ontbijt! We duiken er onmiddelijk op. Wat een verwennerij. En ongelooflijk hoe de begeleiding er toch elke keer weer in slagen zulke fantastische maaltijden op tafel te zetten.

Nu worden er snel vorderingen gemaakt met het opruimen. Er is zelfs tijd over voor een potje voetbal en een spelletje zakdoekje (steentje) leggen met de kinderen van het dorp even verderop. We hebben overal waar we aanmeren veel bekijks. Soms tot op het toilet aan toe. En overal wordt wat er over is van het eten uitgedeeld aan de kinderen die er op staan te wachten. Niets wordt weggegooid. Dat is een prettige gedachte.

Om half tien zitten we in de boot. Het begint gelijk goed met stevige rapids. Ik kan vanochtend niet mijn mond houden over de gids van wie ik de benen gisteren met bewondering bekeken heb. Het hek is van de dam. Een uur lang praten we alleen maar over mannenbenen en mannenkonten. Dat laatste was sowieso al een favoriet onderwerp, maar de benen die ik heb beschreven brengen een nieuw soort oplettenheid in onze boot. We delen onze kennis met de Rachel en Karen die graag over het onderwerp meepraten. Niet eerder was de boot zo’n meidenboot. We hebben er bijzonder veel lol mee.
We raften ongeveer drie uur voordat we bij de plaats aankomen waar een grote boot op ons ligt te wachten. Deze zal ons d.m.v. buitenboord motor het laatste stuk meenemen. We zijn redelijk dicht in de buurt van de dam en daar schijnen de stromingen te sterk te zijn om te kunnen raften. We mogen lekker gaan liggen in de boot en genieten van het zonnetje terwijl we vergast worden door de uitlaatgassen, en verdoofd raken door het geluid van de motor.

De grote boot moet zes rafts op sleeptouw nemen en de manier waarop het gaat doet je vermoeden dat dit de eerste keer is dat ze deze tocht zo ondernemen. In werkelijkheid doen ze dit regelmatig, maar desondanks botsen we regelmatig op de oevers en draaien we af en toe hulpeloze rondjes. Het gaat altijd zo, vertelt Bikram.
Bij de dam moeten we alles uit de boten naar de bus sjouwen. Het is zwaar werk, maar het gaat snel want iedereen helpt mee. Ook de Israelische meiden. Ondertussen is de begeleiding al weer bezig een luch voor te bereiden. We leggen een kaartje tot we kunnen aanvallen.
Na de lunch moeten we de bus in, we hebben nog een behoorlijke rit voor de boeg. Janneke en Gudrun hebben plaatsten voor ons geregeld in de bus bij de gidsen en daar hebben we denk ik veel geluk mee. Er wordt constant gezonden, gegrapt en geflirt. Karen en Rachel die voorin zitten horen we helaas niet en een Indiase man (dat zien we aan het haar op zijn oren), die een stuk meerijdt met de bus stoort zich in stilte aan onze opgewektheid.

De afgelopen dagen zijn we af en toe slachtoffer geweest van oneerlijke watergevechten met de gidsen van de boten. Oneerlijk omdat ze veilig op afstand van onze boot bleven. Nu is het tijd voor revange. Twee in het bijzonder, Moto en Surey. Surey heb ik als eerste slachtoffer op het oog. Hij zit al heel lang te knikkebollen, maar wil maar niet in slaap vallen. Moto wel en bij hem giet ik water in zijn nek. Ik zit snel genoeg terug in mijn stoel om niet te laten merken dat ik het was. Maar het wordt verklapt en hij spreekt me er later tijdens een stop op aan. Tja, ik had beloofd dat wanneer ze een keer zouden slapen ze het van me terug konden verwachten. Moet je maar niet klooien met Nederlandse vrouwen. Hij is gewaarschuwd voor de volgende keer.

Rond zeven uur komen we in Pokhara aan. Ondanks de tijd die we hebben verloren met het wisselen van een band komen we toch als eerste aan. Ik snap niet hoe dat nou kan. Maar we zijn er blij om, want we zijn stuk voor stuk helemaal gaar. Een douche helpt ons er weer een beetje bovenop. We eten wat en gaan om negen uur de film van het raften bekijken bij Mama Mia’s. De film is geweldig gelukt! Er staat nu muziek onder en het is met veel humor in elkaar gezet. We spreken met de groep af om elf uur in Paradiso, tijd voor feest!
Het is eigenlijk een beetje te laat voor Pokhara. De meeste restaurants en bars sluiten om tien uur. Het grootste deel van de groep moet via de achterdeur naar binnen. De gidsen en wij zijn er wel al vroeg en na een beetje voor me uitgestaard te hebben op de bank en een spelletje pool ga ik naar huis. Ik ben niet in de stemming vanavond. Lekker pitten.

  • 22 April 2005 - 07:28

    Miranda Lageman:

    Ha die Kittekat,

    Tje wat een verhalen weer. Toevalig hadden we het van de week nog over je. Waar zou ze nu zitten, komt ze ooit nog eens terug? Ik riep toen: IK DENK HET NIET HOOR! En je verhalen bevestigen mijn vermoeden wel een beetje. Je hebt het veels te leuk daar, met al die mooie ontmoetingen, etc.
    Hier gaat alles prima. Alles groeit en bloeit (letterlijk dus!). Dag snoes, hear you.

    Mir

  • 28 April 2005 - 06:07

    Huppelgeit:

    Ik beloof dat ik nooit meer tussen jou en een leuke jongen kom zitten! ;)

  • 28 April 2005 - 12:23

    Janneke:

    echt helemaal te leuk om te lezen. als ik over twee weken thuis vacatures zit te zoeken zal ik zeker nog eens bij je verhalen wegdromen.
    heel veel plezier en mooie benen nog!!!
    dikke kus Janneke

  • 01 Mei 2005 - 07:38

    Peter:

    Zo, dat zijn stoere verhalen. Leuk om nu te weten hoe het raften verliep!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nepal, Kathmandu

Drie jaar en zes dagen snuffelen

Recente Reisverslagen:

24 April 2007

de tien dagen grens ...

27 Maart 2007

eigenweissman³

26 Februari 2007

toen het leven nog niet zwaar was ....

12 Februari 2007

Een andere wereld

09 Februari 2007

op naar meer
Kit

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 136
Totaal aantal bezoekers 159294

Voorgaande reizen:

29 Oktober 2012 - 30 April 2012

Stilte in de storm

10 Oktober 2011 - 29 April 2012

Het leven is een groot festival!

30 April 2010 - 29 April 2011

Het nodige geluk

30 November 2007 - 10 April 2009

Pilgrim zonder doel

16 Juni 2004 - 22 Juni 2007

Drie jaar en zes dagen snuffelen

Landen bezocht: