Kneus & Co in de Himalaya - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Kit - WaarBenJij.nu Kneus & Co in de Himalaya - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Kit - WaarBenJij.nu

Kneus & Co in de Himalaya

Door: Kit Weissman

Blijf op de hoogte en volg Kit

07 Maart 2005 | Nederland, Amsterdam

07 maart 2005
Pokhara – Jomson - Kagbeni

We zijn mooi op tijd wakker en kunnen rustig aandoen op te pakken, onze grote tassen -die we niet mee zullen nemen op de komende trek- beneden op te slaan en nog wat ontbijt te kopen bij de bakkerij verderop in de straat. We nemen de bus naar het vliegveld. Het is een stralende dag en de bergen zijn duidelijk te zien op de achtergrond. Terwijl we het laatste stukje naar het vliegveld lopen komt de zon op de toppen van de bergen en het maakt ons warm van binnen. Een reis die zo mooi begint moet wel fantastisch worden.

De vlucht heeft wat vertraging, dus we wachten nog even met inchecken. Spelen ondertussen kaart om de tijd te verdoen en wachten ongeduldig op wat ons te wachten staat. Het is mijn eerste keer in een klein vliegtuigje en ik vraag me af of de vlinders in mijn buik van opgetogenheid of van angst zijn. Ok! We kunnen gaan inchecken. Ook voor deze korte vlucht worden we gefouilleerd en onze tassen vluchtig doorgekeken. De douane vraagt of ik een mes bij me heb en ik vertel dat ik dat inderdaad heb. Het mes moet uit de tas en apart worden ingecheckt. Als dat maar goed gaat. Dus ik weer terug naar de balie waar er een kaartje met elastiekje aan mijn zakmes wordt bevestigd en ik krijg het strookje waarme ik het straks weer kan claimen in Jomson. Terug door de douane. Mijn tas wordt verder nauwelijks bekeken. Het loont niet altijd om eerlijk te zijn.

De vlucht met Cosmic Air is fantastisch! De bergen waar we straks zo van zullen genieten komen vlak aan ons raampje voorbij. Alsof je ze zo kan aanraken. De vlucht duurt niet lang: zo’n veertig minuten. Na een goede landing staan we dan in Jomson. Temidden van de majesteitueuze Himalayatoppen. Daar zijn we dan, ongelooflijk. Een heel bijzonder gevoel. De mensen op het vliegveld hebben al moeite om van de landingsbaan de ontvangsthal in te krijgen. Maar uiteindelijk gaan we dan toch maar. Ik moet natuurlijk ook nog mijn zakmes claimen en dat gaat, zoals ik al verwachtte, niet van een leien dakje. Het is uiteraard maar heel klein cargo, dat je makkelijk ergens kwijtraakt en het is inderdaad het allerlaatste wat uit het vliegtuig komt. Als ik er niet naar had gevraagd was het weer mee teruggegaan.

Eenmaal buiten besluiten we niet naar Muktinath te lopen. Gudrun heeft al dagen last van buikloop en is dusdanig verzwakt dat we het niet aandurven. Ook als zij wel op volle sterkte was, had ik er niet naar uitgekeken. Het is een enorm eind stijgen op de eerste dag daar. We zijn nog niet geaclimatiseerd en hebben daardoor grotere kans op altitude sickness. En, ik zie natuurlijk al de trappen voor me waar ze hier in Nepal zo op vertrouwen. Ik heb er bijzonder weinig zin in. Dus dat komt mooi uit; we gaan naar Kagbeni.

We zijn nog niet op weg wanneer er iemand lang en dringend Sir! Sir! naar ons roept. Met India nog vers in gedachten reageren we er niet op. Lopen stug door onder het mom dat we uiteindelijk echt geen sirs zijn en we ons niet aangesproken hoeven te voelen. Het blijkt de man van een checkpoint te zijn die ons mannen noemt. Hij vraagt om ons permit. Tja, dat hebben we niet. We hebben gelezen, dat je voor deze tocht geen trekkers permit nodig hebben. Hoe kan dat nou weer? Na veel heen en weer gepraat en een heftige discussie komen we erachter dat het geen trekkers permit is wat we nodig hebben maar een entrance permit. Vraag me af wat het verschil nou helemaal is. Het is jammer dat we dat niet hebben, want nu moeten we de dubbele prijs betalen Rs 4000. Dat is even een hap uit ons budget, maar we hebben gelukkig wel genoeg geld bij ons. De man van het kantoortje is erg geduldig met ons en vergeeft ons de heftige discussie over permits. Hij is het waarschijnlijk wel gewend. Wij vergeven hem op ons beurt dat hij ons Sir heeft genoemd. We zijn trouwens niet de enige zonder permits. Wouter en Peter, Nederlanders, komen vlak na ons binnen ook zonder permits. We voelen ons weer iets minder dom.

Drie meter na het checkpoint is er een checkpoint.

Deze keer is het leger geïnteresseerd in onze permits en paspoorten. Dus we lopen de hele riedel nog een keer door in de wetenschap dat we hierna geen checkpoints meer zullen tegenkomen.
Nu kunnen we dan eindelijk aan de tocht beginnen. We lopen over een uitgedroogde rivierbedding die bezaaid ligt met grote stenen. Het is er warm en we hebben een koele wind in de rug. We zijn zo overweldigd door de ruwe schoonheid van de omgeving met de besneeuwde toppen van de bergen op de achtergrond dat we net buiten Jomson al neerzitten op grote stenen en de omgeving eens goed op ons laten inwerken. We zijn niet de enige toeristen op het pad. Hier en daar lopen wat groepen mensen, maar druk kan je het er niet noemen. Vandaag zullen we voornamelijk over het rivierbed lopen, iets wat ik me niet zou kunnen voorstellen tijdens de moesson. Dan is de stroom die even verderop loopt waarschijnlijk een woeste rivier.

Drie of vier uur duurt het voordat we in Kagbeni aanlopen en eenmaal daar valt ons oog op Asia trekkers home. Met het uitzicht op de rivier en de bergen, een gezellig geel geverfde buitenkant lijkt het ons de beste plek om te overnachten. Het is een goede keuze. Asia trekkers home is op twee bezoekers na uitgestorven, en dus lekker rustig en in de serre van het gebouw warmen we ons op in de warme zon. Buiten gaat een woeste koude wind tekeer. Zo een die je in een paar minuten koud tot op het bot kan maken. Door de middag en avond heen zal de wind alleen maar woester worden. We nemen nog een kijkje in Kagbeni, maar daar zijn we eigenlijk zo doorheen. Het klooster ziet er niet erg interessant uit, de kleine, smalle straatjes door het dorp wel, maar maar binnen twee minuten kom je weer op de zelfde plaats uit. Het gaat regenen, dus we gaan weer naar binnen. Gudrun in het solarium, waar ze Steve en Rai ontmoet. Een Engelsman en zijn Nepalese gids/vriend. Ik ontmoet hen ’s avonds in de eetkamer waar we allemaal aan een grote japanse tafel zitten. Heel slim bedacht deze tafels, die zo lang en breed zijn dat eronder plaats is voor een houtkachel die de ruimte eronder heerlijk verwarmt. Het tafelkleed dat ver tot over de tafel reikt houdt de warmte eronder gevangen. Je kan makkelijk met vijftien man aan zo’n tafel zitten. We spelen kaart, maar echt heel leuk is het niet. Raj is bijzonder gebrand op winnen en we zitten er met zijn drieën nogal aan te ergeren. Arme Steve, het is zijn enige speelmaatje tijdens de trekking.
Om negen uur gaan de oogjes dicht en de ’s naveltjes toe. Slaap lekker!

08 maart 2005
Kagbeni – Marpha

We zijn om acht uur pas op, we hebben geen haast. Vandaag hebben we een toch van vijf uur voor de boeg, dus we kunnen er ruim de tijd voor nemen. Denken we.
Het ontbijt is goed, maar lichamelijk is het slecht met ons gesteld. We hebben last van ongesteldheid, buikloop en een zware kriebelhoest die het ons onmogelijk maakt een kwartier te ademen zonder onze longer te pijndigen. Kneus & Co op stap.

Het eerste gedeelte naar Jomson valt best mee. We zien nu het uitzicht voor ons wat gisteren achter ons lag en het is ons eerste stuk naar beneden. Voor we het weten zijn we er al. We eten er een soep en nemen wat rust. Maar omdat we vandaag zo laat zijn begonnen komen we erna in de middagwind terecht waarvan we het bestaan pas morgen zullen erkennen. De wind is hard en ijskoud en het maakt een redelijk gemakkelijk looppad zwaar. We lopen vandaag naar Marpha en zodra we er aankomen nemen we kamers in het eerste guesthouse wat we tegenkomen. De prijs krijgen we naar Rs 150 en daarna gaat Gudrun op dekenjacht, want het is er ijskoud. De zon die ons gisteren zo goed opwarmde laat zich vanmiddag niet meer zien. We regelen heet water en kruipen met heet waterflessen snel in bed. Ik val onmiddelijk in slaap, maar niet erg lang. Wanneer we allebei weer een beetje bij kennis zijn lachen we om onszelf. Moet je ons nou toch eens zien. Met dikke mutsten en al onze kleding aan onder drie lagen dekens. Met heet waterflessen op de buik en tussen de benen. Het is maar net wat je lekker vindt. Toch hebben we het geweldig naar ons zin. Er zit een grijns op ons gezicht geplakt die er maar niet vanaf te wassen is. Zelfs niet met het ijswater wat bij ons uit de kraan in de badkamer komt. We maken een opsomming van onze slechte voorbereiding en aangetroffen elende.

Hier komt het op neer: we lopen in de Himalaya met een overdosis aan chocolade op zak maar hebben niet de moeite genomen om een permit te regelen en een van ons is haar badkleding vergeten mee te nemen die we nodig hebben voor de hotsprings in Tatopani.. We hoesten om de paar minuten onze longen eruit en door de andere holtes in ons lichaam spuien we rivieren van lichamelijk vocht wat we hier zo vreselijk hard nodig hebben. Zwakker dan ooit zijn we liever lui dan moe, denken onophoudelijk aan eten (niet perse chocolade, want die smaakt ons niet erg), en Gudrun ziet overal gebraden kippetjes langs paraderen. We dromen van mannen met lang haar maar hebben niets anders dan warme flessen tussen onze benen. Behalve dat we geen woord eruit kunnen persen zonder ondertussen flink te hoesten ziet Gudrun ook nog eens geen steek, want door de uitdroging iriteren haar lenzen haar verschrikkelijk. Dat komt niet heel slecht uit, want zelf al zou ze kunnen zien, dan nog zou ze niets kunnen lezen omdat ze geen boek heeft meegenomen. Behalve de Lonely Planet dan, waarin ze momenteel druk aan het bladeren is. Ze doet net alsof ze iets ziet. Ondanks dit alles hebben we niets dan optimisme en we lachen ons suf. Het zal het gebrek aan zuurstof wel wezen.

09 maart 2005
Marpha - Larjung

We zijn pas om negen uur op. Ik heb slecht geslapen, want ik heb het koud gehad ondanks de drie lagen. Deze doorsnee dekens zijn duidelijk niet warm genoeg voor een goede nachtrust. We besluiten dat een van de criteria die we van nu af hebben voor een goede kamer ook een dekbed behelst. We gaan op weg met mooi weer, maar we zijn wederom laat op pad en ook vandaag krijgen we te maken met de straffe twaalf-uur-wind die we nu als standaard erkennen. Daarbij krijgen we ook nog eens te maken met regen die samen met de wind onze gezichten langzaam gevoelloos maakt. De grijns van gisteren is ver, heel ver te zoeken. De tocht is desondanks een stuk beter dan gisteren, we hebben veel moois gezien en voelen ons weer een stukje beter dan gisteren.

We komen aan het begin van de middag aan in Larjun. We komen net ervoor langs een mooi guesthouse, maar besluiten nog even door te lopen tot in het dorp. Het regent wel, maar niet zo heel hard en we hebben er best nog de energie voor. Maar eenmaal in het dorp kunnen we niets vinden wat ons aanstaat. Sterker nog, de meeste van de guesthouses zijn onbemand. We kunnen zelfs niemand vinden die ons een kamer kan laten zien. Dus gaan we toch terug naar de Mustang Deer Lodge. Het is er netjes en schoon en alles ruikt en ziet eruit als nieuw. We krijgen er goed eten, zachte bedden en een warme douche. Buiten raast de wind vol met regen en hagel. Langzaam wordt het buiten wit. Vannacht is de storm de baas over de vallei.

10 maart 2005
Larjung - Ghasa

We zijn stipt om zes uur wakker en op. Het is kennelijk te vroeg voor in de bergen, want we maken de mensen van het hotel zelfs wakker. Na een stevig ontbijt gaan we op pad. Het is beeldschoon en ijskoud buiten. De sneeuw en hagel van gisteren maakt dat de sneeuwgrens gedaalt is tot bijna op de hoogte waar we nu lopen. Het is een adembenemend uitzicht. De tocht vandaag is fantastisch. We lopen door dorpjes, over rivier beddingen en door heerlijk geurende dennebossen naar de diepste pas ter wereld. We lopen langs watervallen en stroomversnellingen en over hoge stalen kabelbruggen waarop we telkens in zingen uitbreken omdat het nu eenmaal de verjaardig van Gudruns papa is, en dat moet gevierd worden. Ik doe het bijna in mijn broek van het lachen wanneer Gudrun met getuite lippen en een zwoele stem een Marilyn Monroe versie van Happy Birthday ten goede geeft. Op het filmpje dat ik er van heb gemaakt hoor je mij op de achtergrond proesten van het lachen. Man man, ik hoop de lokale bevolking ooit zal herstellen van ons luidruchtige bezoek.

’s Avonds strijken we neer bij The Eagles Nest waar we Wouter en Peter, de mede permitloze Nederlanders uit Jomson, tegenkomen. We zitten weer aan de Japanse verwarmde tafels terwijl we half half een Napalees programma volgen terwijl we shithead (kaartspel) spelen. Het is een propoganda programma die ons inpepert dat maoïsten boeven, schurken en ook nog eens verkrachters zijn. Om het verhaal in kracht bij te zetten worden er voorbeelden getoont waarin actuers met snorren de slechterikken spelen en frisgewassen en onbesnorde acteurs in militaire outfit de goederikken. Na het programma zijn we ervan doordrongen: geen geflikflooi met Maoïsten want daar krijg je spijt van.

Voordat we gaan slapen het gewoonlijk ritueel van tandenpoetsen en naar de wc gaan. Echter, vanavond komt Wouter op bezoek terwijl ik op de wc zit. Ik had de deur dicht gedaan (houd ik nog steeds koppig vol) en even later komt Wouter aan de deur trekken. Niet een, maar twee keer. En tegen deze kracht -Wouter is zo’n Nederlandse reus van ommenabij de twee meter- is het schuifslot niet bestand. Beetje genant, maar ik heb bij kans mijn Punjabi jurk aan, die tijdens toiletbezoek prachtig alles verbergt achter de voorste flap, dus erg veel mentale schade is er niet gedaan. Terug in de kamer check ik twee keer of ik de deur wel goed op slot heb gedaan. Ik hoop dat deze deur wel bestand is tegen Wouter. Hij zit namelijk in het zelfde gebouw en je weet maar nooit. Ik ben het al vergeten wanneer hij het de volgende ochtend nog een keer ter sprake brengt. En daar krijgt hij spijt van.

11 maart 2005
Ghasa – Tatopani

We zijn eindelijk eens vroeg op, volgens plan, zes uur. Inwendig zal Droenie best mopperen, maar ze laat er weinig van merken. Ze beweert dat het best meeviel.
We verheugen ons erg op Tatopani. Ik zie me al helemaal liggen in badpak in het hele water, langzaam koken totdat ik gaar ben. Misschien is het de anticipatie, of het prachtige weer vandaag, maar we lopen als een trein. Recordtijd. We hebben onderweg, zoals gewoonlijk, een fantastisch uitzicht. We lopen vlak langs de rivier, overal is het nu groen en regelmatig lopen we door kleine dorpen waar de straten schoon zijn, de mensen prachtig gekleed en vriendelijk en de huizen vrolijk geverfd en goed onderhouden. Het is lopen als door het paradijs. Onze humeuren zijn ook als zonnetjes, want de buikloop is op zijn retour en de ongesteldheid bijna niet te merken. Ook de hoest laat minder van zich horen vandaag. On top of the game!

Wanneer we op het dakterras van een restaurant onderweg wat eten betrekt het weer, maar nu is het niet ver meer.
Tatopani wordt omschreven als het Pokhara van de Jomson trek. Wanneer we er aankomen snappen we ook waarom. Opeens zijn er supermarkten, en drukke straatjes met allerlei guesthouses en hotels erlangs. De luxe straalt van deze plek af.
We vinden een goede kamer in Trekkers Home. We hebben hier zelfs een eigen badkamer, maar heet water is er nu even niet. Geen zon, geen warm water. Maar, de hotsprings staan tot onze beschikking.

Het is beginnen te regenen, nou ja, miezeren en wanneer we bij de hotsprings aankomen zijn we een beetje koud geworden van het stilzitten tijdens de lunch. Ik heb onder mijn kleding een badpak aan, Gudrun haar beste set ondergoed dat best voor een bikini doorkan. Ondanks de regen hangt er geen damp boven het bad met het hete water en we maken ons zorgen dat het misschien niet warm genoeg zal zijn. Vertwijfeld betalen we toch de Rs 50 entree. We lijken de eersten vandaag en ik gooi snel mijn kleding uit en sprint richting bad. Het bad is niet warm, het is HEET! Precies zoals ik douchewater lekker vind. Zo warm, dat het net iets te warm is en bijt op je huid. Zo warm dat je gelijk rode plekken krijgt op de plaatsten waar het water je lichaam aanraakt. Zo warm, dat je meteen helemaal ontspant en het laatste restje kou als sneeuw voor de zon verdwijnt. Het is ZALIG! Gudrun vind het iets minder zalig in eerste instantie, maar al snel is ook zij er doorheen. Als snel nadat we onze plaats in het bad verworven hebben wordt het drukker. De twee duitsers die we onderweg af en toe zijn tegengekomen zijn er. Even later komt Peter langsgeschuifeld. Hij is op verkenningstocht door Tatopani. Hij beloofd later terug te komen met Wouter. Ondertussen krijgen we oude vrouwen handen en voeten en we zitten meer naast het bad dan erin. De combinatie van het hete water en de koele regen is heerlijk. Wanneer ook het gevoel van genieten rimpels begint te krijgen gaan we eruit. Net dan komen Wouter en Peter aangelopen. We waarschuwen hen voor het hete water me zien Peter er met dezelfde snelheid uitgaan als hij erin is gestapt. Deel van het genot van hier zitten is zien hoe mensen op zulk heet water reageren. Zeker wanneer het buiten het water eigenlijk te koud is om in je zwembroek te blijven staan. We hebben er nu al spijt van dat we eruit zijn gegaan. We besluiten een koud water bij te tanken (hier niet voor handen) en dan terug te komen gewapend met vuile was.

We doen, zo goed als het gaat, onze was in het water wat over het bad heenstroomt. Het komt beneden uit in pijpen waaronder mensen zichzelf en hun kleding wassen. Erg schoon wordt mijn kleding niet, maar het ruikt in ieder geval weer fris. Dat is voorlopig voldoende. Een van de duitse jongens komt zijn sokken uitspoelen en ik maak hem bijzonder gelukkig door hem mijn waszeep te lenen. Was het leven maar altijd zo gemakkelijk.

’s Avonds hebben we het koud in het restaurant westerse stijl. We missen de grote Japanse tafels die we tot nu toe overal hebben gehad. De gasten zitten aan verschillende tafeltjes, koud, alleen en ongelukkig te wezen. Jammer.
Wij houden ons bezig met roddelen. Over een chagerijnige Amerikaan en een vreemde man van onbekende afkomst die we vanmiddag in de hotsprings hebben gezien en ook hier verblijft. We weten nog niet dat hij een vlaming is die alles kan verstaan. Dat merken we morgen pas.

12 maart 2005
Tatopani - Ghorepani

We hebben goed geslapen en dat komt mooi uit, want we hebben een lange dag voor de boeg. We zijn wel iets te laat op en pas rond acht uur onderweg, maar dat mag de pret niet drukken. We zijn nu uit de valei en hebben weinig last meer van de twaalf-uur-wind.

We beginnen met even heuvel op en af en daarna wordt het serieus klimmen. De vreemde man die we gisteren ook in Eagles Nest zagen zitten blijkt een Belg te zijn. Hij heeft dus al onze roddels, ook over hem, gisteren kunnen verstaan. Maar als hij ze inderdaad heeft gehoord, dan laat hij het niet blijken. Hulde.
Hij haalt ons makkelijk in met zijn vel over been lichaam en hij loopt gezellig een stuk met Gudrun op. Ik daarentegen heb het niet gezellig vandaag. Ben ook niet gezellig vandaag. Ik heb het zwaar, met klimmen. Ook al schuilt er een prachtig uitzicht links en rechts van me, alles wat ik zie zijn de stenen traptreden onder mijn voeten. Tree, na tree, na tree, na tree. Eindeloos. En dan nog meer treden.
Gelukkig zijn er veel dorpjes onderweg die voor wat afleiding zorgen. Ik ben in ieder geval wel tevreden over mijn nieuwe persoonlijke record trappen lopen zonder pauze te nemen. Ik heb ze niet geteld, maar ik kan er nu al een heleboel achter elkaar doen. Zeker een stuk of drie. Gudrun heeft bijzonder weinig last van de treden, ze lijkt er zelfs lol in te hebben. Maar ja, in mijn vertroebelde, zwartgallige visie vandaag lijkt iedereen die een betere bui heeft dan ik in extase te verkeren.

Ondanks mijn langzame voortgang blijken we een goede tijd te lopen, voor wat het waard is. Uren later, in Chitre, anderhalf uur van Ghorepani af moet ik beslissen. Ga ik verder of stop ik hier. Will I stay or will I go? Vanochtend heb ik mezelf voorgenomen dat ik ga tot ik er geen plezier meer in heb. Dat punt ligt nu al heel ver achter me. Van steentjes kijken wordt ik niet echt blij. Echter, het vooruitzicht dat ik morgenochtend gelijk, anderhalf uur lang, weer trappen mag klimmen boezemt me nog meer angst in dan nu doorgaan op warme spieren. Na een pauze besluit ik toch maar door te lopen. Gudrun doet er een bonus bovenop: vanavond krijgt ik de lang beloofde massage!

Aan het eind van Chitre komen we bij het Maoïsten checkpoint. Ohhhhhh, geweldig, precies de mensen waarop ik even mijn frustraties kan botvieren. Ze zetten ons neer en vertellen over de politieke situatie en dat onze permits, die we met ons dubbel zuurverdiende geld hebben aangeschaft, in dit gebied niet langer geldig zijn. We moeten een nieuw permit aanschaffen voor de fantastische aanbieding van Rs 1200. Tot zover gaat het ze goed af. Wat kan je nu inbrengen tegen een aanschaf van een permit. Ook al lijkt het wel alsof je het van een schooljongen uit zijn schooltas koopt.
De jongen gaat verder: helaas zijn op dit moment onze officiële permits op. AHA!! Gegrinnik en handengewrijf aan mijn kant. Dit is het zwakke punt in het verhaal. Hier op kan ik ze teisteren, testen, pesten, tot hoofdbrekens aan toe. WRAAAAAK. Voor al die traptreden. Al die zweetdruppels. Alle bloed en tranen. Wraak.

Ik vertel rustig dat ik best wil betalen, maar dan wel een officieel permit wil. En niet anders.
De jongen sputtert.

Weer vertel ik rustig dat ik best wil betalen, maar dan wel een officieel permit wil. En niet anders. Gudrun knikt driftig mee. Volgens mij weet ze heel goed dat niet het moment is om me op andere gedachten te brengen. Ze heeft mijn gezicht gezien toen ik in Chitre aankwam. Ze weet hoe het er met mij voorstaat. Arme Gudrun.

We herhalen ons standpunt terwijl de jongen zenuwachtig op zijn hoofd krabt. Wat moet hij hier nu toch weer mee? We zijn duidelijk niet van plan om het stukje wc papier met een Nepalese krabbel erop mee te nemen in ruil voor het geld. Wat nu???

Dan haalt een van de andere jongens kaarten tevoorschijn. Het zijn een soort van lidmaatschapskaarten van de Maoïsten. Misschien dat we daar iets mee kunnen?
Ja hoor zeg ik, prima, schrijf daar je verhaal maar op, zet officieel mijn naam erop en daar wil ik dan best voor betalen. Gudrun ook wel. We doen nog een poging tot afdingen, maar daar komt niets van terecht. Een andere groep heeft vandaag ook Rs 1200 betaald en dat is duidelijk de prijs vandaag. Nadat we betaald hebben ga ik met frisse moed op weg. Heerlijk! Er is niets als een vers groepje Maoïsten om de adrenaline weer te laten stromen. Gudrun kan haar lach niet inhouden en loopt alvast wat vooruit.

Ik weet niet hoe, maar ik ben er!!! In Ghorepani. We worden met Tibetaanse vriendelijkheid ontvangen en via een Deense jongen, Christiaan, komen we aan een goed guesthouse waar we ons opwarmen aan een vuurtje en goed gezelschap. Iedereen zit om de houdkachel, toeristen en gidsen. Gewassen kleding hangt erboven te drogen. En daarna, uiteraard, geslapen als een roos. Of was het als een os?

13 maart 2005
Ghorepani - Nayapul

Het is alweer zes uur. Tijd om op te staan. Vanochtend is het plan om naar Poon Hill te stappen. We zitten nu al op een berg en ik, in mijn naïviteit denk dat het van een berg naar een Hill tenminste gelijkvloers lopen zal zijn. Ik kan er niet méér naastzitten. Het is een klim van vierhonderd meter, per trap, stijl omhoog. Dit terwijl ik gisteren al mijn klimenergie al heb verbruikt en we op een hoogte zitten waarbij ik twee longen vol in plaats van een nodig heb om mijn spieren te laten werken. Mijn Poon Hill eindigt op de helft en ik doop die plaats om tot Poon Mountain. Mijn niet gezien dat ik nog een stap omhoog doe vandaag! Ik heb over deze 200 meter een uur gedaan en de volgende 200 zullen nog langer duren. Ondertussen komt de zon al op en daar zijn we hier eigenlijk voor: zonsopgang. Ik neem plaats op de stenen zitplaats die er speciaal is voor luiaards als ik en geniet van de stilte en de pracht om me heen. Ik heb een prachtig uitzicht.
Vlak na de zonsopgang komen de eerste mensen al weer naar beneden. Ik hoor van hen dat ik hier een bijna net zo’n mooi uitzicht heb gehad als helemaal boven en ik ben blij dat ik dat heb gelaten voor wat het is. Gudrun is wel helemaal naar boven gekacheld, koppige stier die ze is. Ze komt als laatste naar beneden en was net op tijd boven om het eind van de zonsopgang te zien. We gaan terug naar de Lodge.

Ontbijt bestaat uit heerlijk Tibetaans brood met zelfgemaakte pindakaas en jam. We zullen het nodig hebben, want vandaag staat een fikse tocht naar beneden op het programma. Waaronder 3.300 traptreden. Ik kijk het met optimisme tegemoet, ik houd wel van naar beneden gaan. Beetje vooroverbuigen en de rest gaat als vanzelf. Tijdens de tocht echter heeft Gudrun het slecht. De eindeloze trap naar beneden zet zware druk op de knieën en haar linkerknie heeft het zwaar te verduren. Ze heeft ook last van haar achillespezen die vanochtend op de weg omhoog ook een klap hebben gehad. Ik loop het grootste deel vandaag vooruit in plaats van achter haar aan. Het is weer eens een verandering van uitzicht. ’s Middags wanneer de puf er bij haar echt uit is, loop ik met haar mee. De tocht bestaat uit watervallen, met Rhodondendron bloesem bezaaide paden, stoompjes, dorpjes en kraakheldere rivieren. We hebben tot nu toe best snel gelopen: 3½ uur tot Chikchunga en nu hebben we ruim de tijd voor de rest. We hebben het ook echt nodig, want pas om half vijf komt Nayapul in zicht.
We moeten nog een klein stukje klimmen tot aan de straat en dan is het echt gedaan met de energie. Bussen zouden hier op ons moeten staan wachten, maar de eerste tien minuten is het anderom. Taxi’s staan er wel en de prijzen die ze vragen doen ons hard lachen. Wanneer we richting busstation lopen komt er eindelijk een bus ons tegemoet. Hij is helemaal leeg, maar gaat wel naar Pokhara wordt ons gezegd. In de bus krijg ik een raar gevoel over deze situatie en ik vraag naar de prijs. Het blijkt dat we niet in een reguliere, maar een privaat bus zitten en ze vragen Rs 100 p/p voor de tocht. We stappen uit. De volgende bus, met pasagiers dit keer, staat even verderop te wachten. Gek genoeg moeten we ook hier onderhandelen over de prijs. Dat heb ik normaliter niet in Nepal. Maar ze weten natuurlijk heel goed dat je hier min of meer gestrand bent als toerist en men maakt daar slim gebruik van. Jammer dat zo’n mooie reis zo’n vreemd einde moet hebben. Of?

Vlak bij het centrum van de stad in Pokhara stappen we uit. Nu moeten we nog naar Lake Side. We wachten langs de weg tot er een bus in die richting komt. Eindelijk komt er een en we zijn als kinderen zo blij dat we weer bijna thuis zijn. Dan komt de kers op het toetje: we hoeven deze busrit niet te betalen. Waarom weten we niet, maar iedereen in de bus is in een goede bui en deze rit is gratis.
Dan .... thuis. We krijgen dezelfde kamer in Noble in. We eten dalbaath bij mijn dalbaath mannetje in het kleine restaurant. Zelfs na bijna zeven maanden weet hij nog precies wie ik ben en wat ik het liefste eet. Hij schotelt ons een heerlijke maaltijd voor. En weer eten we dhalbaat, deze keer met de kinderen van de man half op schoot.

Toen we net in Nepal aankwamen keek Gudrun vaak ongelovig toe hoe ik borden vol dalbaath naar binnen schoof. Dalbaath (linzen met rijst en apart currie en/of spinazie) lijkt een beetje op de Indiase Thali waarbij je verschillende groenten in bakjes en apart rijst en brood krijgt. Maar het is wel iets soberder. Het is echter buitengewoon verslavend eten wat ook nog eens vreselijk gezond is. Het laat een vol maar prettig gevoel achter waar je minimaal een halve dag op kan teren zonder tussendoor trek te krijgen. Het is licht verteerbaar en geeft heel veel energie. Nu, ruim twee weken later is Gudrun ook verslaafd. Wanneer ik ’s avonds vraag wat ze wil eten zie ik het al in haar ogen: dalbaath. De dromen over gebraden kippetjes zijn, voor nu, verdwenen.

  • 22 April 2005 - 08:46

    Giti:

    om jaloers op te worden! Kit, elke keer als ik je veralgen les dan denk ik dat het fantastisch moet zijn. vooral op de plek waar je nu bent. (elke keer is dus niet waar, omdat India trekt me niet, ook niet na je verhalen, maar de rust van de bergen en de schoonheid van de natuur lijkt me echt zeer bijzonder!
    Nederland is nu ook mooi. de bloemen komen overal uit en er is aangenaam weer (nu. vorige week was het nog anders)

    ik wens je fijne tijd en wacht op je volgende reactie,
    met liefs,
    giti

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Amsterdam

Drie jaar en zes dagen snuffelen

Recente Reisverslagen:

24 April 2007

de tien dagen grens ...

27 Maart 2007

eigenweissman³

26 Februari 2007

toen het leven nog niet zwaar was ....

12 Februari 2007

Een andere wereld

09 Februari 2007

op naar meer
Kit

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 230
Totaal aantal bezoekers 159317

Voorgaande reizen:

29 Oktober 2012 - 30 April 2012

Stilte in de storm

10 Oktober 2011 - 29 April 2012

Het leven is een groot festival!

30 April 2010 - 29 April 2011

Het nodige geluk

30 November 2007 - 10 April 2009

Pilgrim zonder doel

16 Juni 2004 - 22 Juni 2007

Drie jaar en zes dagen snuffelen

Landen bezocht: